Naar de inhoud springen

Column Câthy – Baby’s

Op een gegeven moment kom je in een fase van je leven dat mensen om je heen allemaal grote beslissingen nemen; huizen kopen, samenwonen, trouwen en baby’s maken.

Op Facebook vooral word je geconfronteerd met fotoshoots van zwangere buiken en kiekjes van het kroost van mijn ‘vrienden’. Tegen baby’s en kinderen heb ik helemaal niks, heel schattig zelfs, maar voor later; mijn eierstokken rammelen nog niet, ik smelt niet bij elke baby of kinderwagen en ik wil nog een hoop dingen doen zónder kind.

Misschien zit daar ook een stukje angst bij. Natuurlijk weet ik dat je met diabetes heel goed in staat bent om gezonde kinderen ter wereld te brengen en lees je overal succes verhalen, maar ik ben er huiverig voor. Huiverig voor een groter risico op complicaties bij mij en bij het kind, maar ook huiverig voor het risico dat het kind zelf diabetes krijgt. Dat is natuurlijk niet het einde van de wereld en ik vind zelf dat ik het levende bewijs ben dat je met type 1 diabetes een vol leven kan hebben, maar toch zou ik het niet op mijn geweten willen hebben, dat ik mijn kind bewust een chronische ziekte mee geef. Het bewust kiezen vooral om je kind 24/7 met een ziekte bezig te laten zijn is toch iets wat ik mijn kind liever niet mee geef.

Op de kampen zie ik kinderen en jongeren er mee ploeteren, want ze willen niet anders zijn dan anderen en niet altijd rekening houden met stomme bloedsuikers en koolhydraten. Daar bovenop heb ik veel kinderen gezien met acceptatieproblemen en soms ook hevigere psychische problemen als anorexia of depressiviteit. Zelf heb ik daar nooit last van gehad, maar misschien is mijn kind straks wel heel boos of ongelukkig en ik weet niet of ik mijzelf dat wel kan vergeven. Kan mijn kind het mij wel vergeven, omdat ik per se ‘eigen’ kinderen wil?

Toen ik mijn vriend leerde kennen is één van de eerste dingen die ik heb opgezocht hoe erfelijk type 1 diabetes eigenlijk is. Mijn vriend heeft namelijk ook diabetes en dat verandert de situatie nogal vertelde www.erfelijkheid.nl mij. Als één ouder diabetes heeft is de kans 1-4% en als beide ouders diabetes hebben liggen je kansen tussen de 20-40% en daarbij zit het bij mijn vriend ook nog eens in de familie. Je leest; het houdt mij erg bezig en ik twijfel enorm of ik ooit wel ‘eigen’ kinderen zou willen, maar ik weet ook dat ik daar nog geen definitieve beslissing over hoef te nemen. Gelukkig heb ik ook een hele lieve vriend die alle begrip heeft voor mijn zorgen en zelfs wil overwegen om te adopteren, maar ook met de wijze woorden kwam dat we de medische ontwikkelingen eens goed moeten bekijken als wij klaar zijn voor kinderen. Diabetes-land is volop in ontwikkeling, dus wie weet wat voor mogelijkheden er straks voor ons zijn… Wordt vervolgd dus nog!