Naar de inhoud springen

Column Câthy – Dagdromen

Er zijn van die momenten dat ik kan dagdromen over een leven zonder diabetes. In eerste instantie denk ik altijd dat er niet zo veel gaat veranderen, maar die gedachte moet ik altijd snel loslaten. Er zal een hele hoop veranderen!

Misschien niet zichtbaar voor de buitenwereld, maar in mijn hoofd ben ik vierentwintig uur per dag bezig voor mijn eigen alvleesklier te spelen en er draaien daardoor continu op de achtergrond kleine radartjes mee.

Na tweeëntwintig jaar diabetes kan ik niet naar een bord eten kijken, zonder dat er in mijn hoofd getallen op komen te staan en er automatisch een optelsom plaats vind. ‘Lekker!’ betekent meestal toch ook, ‘jeetje wat een hoop koolhydraten’. Je bewust zijn van elke hap die je naar binnen brengt is heel goed voor de lijn natuurlijk, maar kan ook wel frustrerend werken. Ik voel me altijd extra schuldig als ik voor de reep chocolade die ik net verorberd heb, ook nog eens zeven eenheden moet bij-bolussen. Zeven kan voor mij ook een complete maaltijd zijn, extra confronterend. Wil niet zeggen trouwens dat ik niet snoep, zeg nu zelf, wat is een vrouw zonder chocolade?!

Een stuk fietsen, uit eten, seksen, autorijden, op stap gaan, sporten en een dagje sauna zouden vele malen onbezorgder zijn als je niet continu over de gevolgen hoeft na te denken. Ga ik zakken, ga ik stijgen, zit mijn infuus wel goed, moet mijn basaal omlaag of omhoog, moet ik extra bolussen, moet ik ’s nachts een keer extra meten? Het zou een hoop extra ruimte geven in mijn hoofd als al die gedachten niet meer nodig zijn. Ook de gevolgen voor later, enge complicaties, die voor mijn gevoel als een soort zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen. Bij een hoge waarde voel je je sowieso niet goed en de mogelijke schade die het kan toebrengen aan bloedvaten, nieren, zenuwen, ogen maakt het uiteraard niet veel beter.

Mijn pomp en ik zijn best goede vrienden, maar ik lever hem zo in als het moet. Een sticker op je bil met daarnaast prachtige littekens van vorige infusen is nu niet bepaald sexy. Eindelijk egale billen, heerlijk! Geen dextro meer in elke jaszak, geen handtas meer uitpuilend naast gewone vrouwen-dingen met sultana’s, extra infusen, een bijspuitpen en een meter. Geen kaartjes meer met ‘ik ben niet dronken, ik heb diabetes’ in mijn portemonnee. Potverdorie er gaat toch best wel een hoop veranderen zo zonder diabetes.

Oké oké dagdroom-modus gaat weer uit, want de realiteit is toch dat ik nog wel even vast zit aan mijn vriend de pomp, de meter en de continue stroom (automatische) gedachten die het werk van mijn alvleesklier moeten overnemen. Daarbij hou ik me vast aan het feit dat diabetes mij ook mooie dingen heeft gebracht zoals fijne vriendinnen, leuke zomerkampen, een geweldige vriend en misschien wel een extra doel in mijn leven. Lekker cliché, maar dat mag met dagdromen toch?