De geschiedenis van diabetes

De doorgewinterde diabeten weten uit ervaring dat er de afgelopen jaren erg veel veranderd is op het gebied van diabetes en de ontwikkelingen zich nog steeds snel achter elkaar opvolgen. Diabetes is hot en dat is gunstig voor patiënten. Maar wanneer werd de diagnose diabetes mellitus nu voor het eerst gesteld, wie bedacht de naam en wie ‘ontdekte’ insuline?
Al in oude geschriften van ver voor Christus zijn er beschrijvingen gevonden van mensen met diabetes. De oude Grieken, Egyptenaren, Chinezen en Indiërs hebben het over een ziekte waarbij de urine van de zieken zoet is en waar insecten en bijen op afkomen. Alle namen die de genezers aan het ziektebeeld geven refereren aan ‘suikerurine’. De zieken kwijnen weg en overlijden snel. Rond 250 voor Christus bedenkt de Griekse arts Apollonius van Memphis de naam ‘ diabetes’, wat doorstroming betekent, omdat de zieken meer vocht verliezen dan ze kunnen drinken.
‘Honingzoete doorstroming’
De diagnose was simpel te stellen: de arts proeft de urine of er werden bakjes urine van de patiënt neer gezet en gekeken hoeveel insecten er op af kwamen. De behandelingen die men probeerde liepen uiteen van aderlatingen, wijn drinken, opium en kruidendrankjes tot paardrijden om minder te hoeven plassen, maar liepen uiteraard op niets uit.
Door de zoete smaak van de urine wordt in 1675 door Thomas Willis ‘mellitus’ aan de naam toegevoegd, wat honingzoet betekent. (Grieks diabètès = sifon, van dia = door[heen], bainoo = gaan en Latijn mellitus = honingzoet). Het duurde nog tot 1776 dat geleerden John Rollo en Claude Bernard bevestigden dat de zoete smaak van de urine toe te schrijven is aan een overmaat van een soort suiker in het bloed van de patiënten. Kort daarna wordt ontdekt dat het eten van koolhydraten invloed heeft op de bloedsuikerspiegel.
In 1869 komt er een doorbraak: de Duitse student geneeskunde Paul Langerhans ontdekt in de alvleesklier cellen die insuline maken. Ze liggen in groepjes bij elkaar en lijken daarom op eilandjes: de ‘eilandjes van Langerhans’. Dat dit belangrijk is voor het ontstaan van diabetes wordt pas twintig jaar later ontdekt door Joseph von Mehring en Oskar Minkowski. Zij vonden dat honden waarvan de alvleesklier werd verwijderd alle symptomen van diabetes ontwikkelden en zagen dat ze kort daarna stierven.
1921
Dit is het jaar dat het de onderzoekers Frederick Banting en Charles Best lukt om insuline te isoleren uit de alvleesklieren van honden en kalveren en toe te dienen bij mensen. De eerste patiënt die zij met succes behandelen is de 14-jarige Leonard Thompson uit Toronto (Canada) en deze jongen leeft hierna nog dertien jaar, om op 27-jarige leeftijd te sterven aan een longontsteking. Omdat het octrooi kosteloos wordt aangemaakt, kunnen duizenden mensen ineens behandelt worden voor diabetes. Frederik Banting krijgt later ook de Nobelprijs voor deze ontdekking.
Hoewel insuline van koeien, varkens en paarden bijna identiek is aan menselijke insuline en dezelfde werking heeft, gaf het toch regelmatig allergische reacties door de bijproducten. In 1982 bracht Eli Lilly de eerste synthetische humane insuline op de markt, genaamd Humulin. Deze insuline wordt geproduceerd met behulp van Recombinant DNA-technologie. Hierbij wordt menselijk DNA ingebracht in een gastcel, waarna de cel zich gaat vermeerderen en hierbij insuline produceert. Deze insuline is echter niet exact gelijk aan natuurlijke menselijke insuline.
Jaren ’80 tot nu
Vanaf dan gaat het hard: In de jaren ’80 zijn de eerste ‘thuis’ bloedsuikermeters (van Roche en Accu-Check) in gebruik en is het testen met urinestrips voorbij. Ook is men sinds de jaren ’70 al bezig met het ontwikkelen van de insulinepomp (zie plaatje hier boven voor het eerste exemplaar). In de jaren ’90 ontwikkelt men insuline-analogen, die een snellere of juist langzamere werking hebben. Hier komen de mix insulines uit voort en later ook de ultrasnelle insulines als Humalog en Novorapid. Uiteindelijk komt de eerste draagbare insulinepomp na 2000 op de markt.
De laatste ontwikkelingen zijn natuurlijk de continue glucose meter, transplantaties en de mechanische alvleesklier. We hopen wij jullie de komende jaren nog veel interessante informatie te kunnen geven over alle wetenschappelijke ontwikkelingen en dat betekent dat de geschiedenis van diabetes en dit artikel nog veel verder gaat tot we uiteindelijk kunnen afsluiten met: ‘en toen was diabetes genezen’.
Bronnen artikel: http://www.diabetesfonds.nl en http://www.ncbi.nlm.nih.gov/