Juf heeft de snoepziekte – Hoofdstuk 7 & 8

7.
Het valse van diabetes is dat het chronisch is. Je hebt het en daar moet je het mee doen.
Het kost tijd om dat echt te bevatten. En dat gegeven is ook erg lastig voor je omgeving. Wat wensen ze je? Word maar snel weer beter? Natuurlijk ga je je beter voelen als je goed bent ‘ingesteld’, maar beter word je niet. Dit besef komt bij mij pas binnen de 3e dag in het ziekenhuis. Dat besef benauwt me. Ik wil zo snel mogelijk het gevoel hebben dat ik invloed heb op mijn nieuwe ziekte, dat ik het in de hand heb. Dus vraag ik om een opschrijfboekje en schrijf ik alles op wat ik eet. Met de koolhydraten erachter. Ik wil zoveel mogelijk de regie in handen houden. Ik wil het begrijpen, mijn lichaam begrijpen en hopelijk ook mijn lichaam toch weer een piepklein beetje gaan vertrouwen. Al snel heb ik hele lijsten in mijn hoofd: een appel is 16 koolhydraten, een volkoren boterham 14, een kiwi 7, en ga zo maar door.
Het gevoel dat het allemaal wel een beetje overdreven is, zo’n ziekenhuis bed voor mij en alle dokters en zusters aan mijn bed, is dus na een dag wel weg. Ik voel me slap, moe, misselijk, eigenlijk een beetje als een oud omaatje. Ik, als klassieke perfectionist, wil gelijk alles perfect doen. Is het belangrijk om te bewegen? Helen gaat elke dag een half uurtje wandelen buiten. Moet ik mijn insulinepen na het spuiten, 10 seconden in mijn buik houden, dan telt Helen netjes tot 10 (of nog liever tot 20!) voordat ik de insulinepen terugtrek. Moet ik om 8 uur ’s avonds mijn 3 pillen innemen? Dan houdt Helen de tijd in de gaten en worden de pillen stipt om 8 uur ingeslikt. Het is handig om discipline te hebben als je diabetes hebt, maar het is ook wel verdomde lastig om perfectionistisch te zijn, want je kan alles nog zo perfect doen, die diabetes doet toch deels lekker wat ie zelf wil!
8.
De kinderen van mijn klas hebben ondertussen wel door dat ik niet alleen naar het ziekenhuis ben gegaan om echte ziekenhuisspulletjes te halen voor de klas, want dan was ik onderhand wel weer eens terug geweest. In de nieuwsbrief worden daarom alle ouders en kinderen op de hoogte gebracht. Als een lopend vuurtje verspreidt zo dit grote nieuws zich door de school. Een meisje van groep 3 reageert ontdaan: ‘Wat erg, juf Helen heeft de snoepjesziekte.’ De kaartjes, tekeningen en knutsels stromen binnen. Dat is toch mooi weer een voordeel van leerkracht zijn; ik heb binnen de kortste keren het mooist gevulde prikbord van de hele afdeling!
Ik zit al helemaal in het ritme van het ziekenhuisleven. Douchen, prikken, spuiten, eten, rusten, lopen, prikken, spuiten, eten, rusten, lezen, prikken, spuiten, eten en slapen. Als ik de schreeuwende vrouw, die de hele dag hard: ‘ZUSTER’ roept, de nogal vreemde man, die graag met zijn luier op zijn knieën door de gang dwaalt en mijn buurvrouw, die zieker en zieker wordt en alleen nog maar kan kreunen van ellende, zou ik bijna kunnen geloven dat ik in een ‘uitrust-resort’ lig.