Diabetes & Het gebit

Als je naar de tandarts gaat voor controle is het goed om te vermelden dat je type 1 diabetes hebt. Bij ontregelde bloedsuikers heb je namelijk een grotere kans op het ontwikkelen van problemen met je gebit. De kans voor mensen met diabetes is 20 tot 30 keer groter dan bij mensen zonder diabetes. Wij vroegen Pieter Onclin, mondhygiënist in Groningen om advies.
Waar moeten mensen met type 1 diabetes op letten met betrekking tot hun gebit?
Pieter: “Wanneer je je diabetes niet goed onder controle hebt, zul je waarschijnlijk regelmatig een verhoogde bloedsuikerspiegel hebben. Dit heeft natuurlijk allerlei lichamelijke gevolgen, maar de verhoogde suikerspiegel zorgt ook voor een verhoogd glucosegehalte in het speeksel. Dit zorgt voor een betere voedingsbodem voor tandplakbacteriën. De tandplakbacteriën scheiden continu zuren uit, die voor de ontwikkeling van gaatjes kunnen zorgen.”
Tandvleesontsteking heeft iedereen wel eens en begint vaak onschuldig en aan het oppervlak van het tandvlees (gingivitis). De tandplakbacteriën scheiden stoffen uit die een ontstekingsreactie op gang brengen. Normaal gesproken kan het lichaam een ontsteking makkelijk oplossen, maar het probleem van de tandvleesontsteking zit in het feit dat de bacteriën zich in de kleverige massa (de tandplak) nestelen. Hierdoor kan het lichaam onvoldoende afweer bieden om de ontsteking te baas te zijn en kan deze op termijn chronisch worden.
De ontsteking kan doorzetten tot parodontitis, een uitgebreidere tandvleesontsteking. Pieter: “Het gevaarlijke van deze doorzetting is dat je er vaak niks van merkt. Dit komt onder andere doordat het een chronisch proces is, wat erg langzaam verloopt en langzaam maar zeker verergerd. Het lichaam kan als gevolg hiervan met een grotere ontstekingsreactie reageren, wat het kaakbot langzaam kan oplossen. In ernstige gevallen kunnen tanden en kiezen los gaan zitten.”
Dat klinkt allemaal zeer ernstig. Wat heeft het precies met diabetes te maken?
Pieter: “Of je wel of geen parodontitis ontwikkelt is afhankelijk van bepaalde risicofactoren. Naast bijvoorbeeld roken, is één van de andere risicofactoren diabetes mellitus. Het betekent dat het risico groter is en je hier dus beter op zult moeten letten, vooral om het te voorkomen!”
Hoe worden deze klachten behandeld?
“Zoals gezegd heb je bij tandvleesontsteking bijna geen klachten en kan je bij gaatjes tand- of kiespijn krijgen. De klachten zijn hierbij niet anders dan bij mensen zonder diabetes. Wel is de prognose voor een succesvolle behandeling slechter dan bij mensen zonder diabetes. Des te meer reden om extra energie te steken in het voorkomen van de klachten. Uiteindelijk ligt het grootste deel van de behandeling bij je zelf, namelijk door een goede mondverzorging, ook als je al problemen hebt!”
Welke adviezen heb je voor mensen met type 1 diabetes met betrekking tot hun gebit?
“Zorg goed voor je mond. Hierbij kan je denken aan poetsen met een elektrische tandenborstel. Het is niet per sé beter dan poetsen met de hand, maar het maakt het bij juist gebruik wel makkelijker om je gebit schoon te krijgen. Denk ook aan iets voor tussen je tanden. Tandenstokers zijn een goed middel, waarbij één keer voldoende is.”
Om de risico’s te verkleinen adviseert hij ook een extra fluoridemoment; dit kan een extra keer poetsen zijn of een mondspoeling. Daarbij kan kauwgom kauwen zorgen voor speekselstimulatie, wat etensresten sneller uitwast en kan ook een regelmatige voeding met niet al te veel tussendoortjes helpen om klachten te voorkomen. Pieter: “Het voert te ver door om al deze adviezen verder toe te lichten. Het is ook de vraag of alle maatregelen nodig zijn en daarom is het belangrijk om dit te bespreken met je tandarts of mondhygiënist voor een advies op maat. Bespreek het feit dat je diabetes hebt en hoe je gereguleerd bent. Dit is beter dan elke andere tekst op het internet.”
Bij een hypo nemen veel mensen sap, frisdrank of dextrose tot zich. Als je veel hypo’s hebt kan dit dan slecht zijn voor je gebit?
“Een belangrijke factor voor het ontstaan van gaatjes is niet de hoeveelheid suiker, maar de frequentie. Mensen met veel gaatjes wordt daarom geadviseerd om de voeding minder over de dag te verspreiden, bijvoorbeeld door drie hoofdmaaltijden en maximaal vier tussendoortjes. Dit kan best lastig zijn, zo niet onmogelijk, als je veel hypo’s hebt.”
Wat voor maatregelen kan je dan nemen?
“Bij een hypo hoeft er geen suiker aanwezig te zijn in de mond en is er dus geen bezwaar om de suikers zo snel mogelijk uit te wassen. Dit kan door het stimuleren van de speekselvloed door bijvoorbeeld kauwen op suikervrije kauwgom. Ook zou je je mond kunnen spoelen met water in het geval van sappen of frisdrank. Ook kan een extra poetsmoment helpen, maar het is niet verstandig om dit te doen nadat je net een zuur product hebt genomen, zoals frisdrank of sap. De zuren zorgen ervoor dat je tandglazuur oppervlakkig oplost, net als bij gaatjes. Dit kan zich in 1 á 2 uur nog goed herstellen, onder invloed van speeksel. Als je je tanden poetst, stop je dit proces. Kortom, extra poetsen kan wel, maar dan alleen (zoals gezegd) als extra fluoridemoment en bij voorkeur níet direct na het nemen van zure voeding. Dit is trouwens niet anders dan bij mensen zonder diabetes.”
Mocht je meer informatie zoeken over mondverzorging kan dit op de website van www.allesoverhetgebit.nl. Wees zoals eerder gezegd voorzichtig met informatie van het internet. Het beste advies, wat op jou is afgestemd, krijg je van een tandarts of mondhygiënist. Vertel daarom altijd dat je type 1 diabetes hebt.