Naar de inhoud springen

Column Inge – Snelcursus

“Nou, zoals u al verwacht had heeft u inderdaad suikerziekte, oftewel diabetes type 1.”  Lotje en ik zaten in de spreekkamer en luisterden naar wat de man met zijn geruiten overhemd te zeggen had. Ik had nog nooit van mijn leven iemand zo zakelijk zulk nieuws horen mededelen. Na een paar vragen en antwoorden stonden we alweer buiten. Eigenlijk was mijn hoofd even helemaal leeg. Je voelt je even beduusd, en het nieuws moet nog even bezinken. Daarna draaien je gedachten overuren.

Ik had niet goed geslapen. Voor het slapen hadden de tranen nog rijkelijk gevloeid. Daarna ben ik ondanks het vele woelen en draaien toch in slaap gevallen. Het was toch al later dan verwacht die ochtend, al rond een uur of negen. Ik gooide de deken van me af en pakte mijn telefoon. Dat is een beetje mijn ritueel, ik als telefoon junkie. Al twee gemiste gesprekken en twee voicemail berichten. Het verbaasde me, ik krijg niet zo vaak voicemail berichten. Stiekem wil ik ze ook niet zoveel krijgen, want ik houd er nooit zo van. De helft van de tijd versta ik niet wat mensen zeggen, of ze vergeten een nummer achter te laten, óf.. Nouja, weet je wat, ik bespaar het je.Hoe dan ook, twee voicemails. Deze waren maar al te duidelijk. Eentje kwam van mijn dokter, meneer de zakenman, en de ander van iemand uit het ziekenhuis. Of ik zo snel mogelijk hierheen wilde komen. Omdat het zo gehaast klonk ben ik maar heel snel op mijn fiets gestapt.

Route 25, daar moest ik zijn, zei de mevrouw aan de telefoon. Ik melde mij aan de balie, en ik mocht even plaatsnemen in de wachtruimte. Ik nam de wachtkamer even in mij op. Er stond een palmboom in de wachtruimte en daarboven was een glazen dak. Veel langer heb ik er niet naar kunnen kijken, want er stond een vrouw in de deuropening van een spreekkamer. “Mevrouw Derks?” Ik stak uit reflex ietwat klunzig mijn hand omhoog, om te laten weten dat ik er was. Ik schrok ervan dat ik zo uit het niets geroepen werd.

Eenmaal binnen begonnen de zenuwen te komen. Ik moest niet voor niets zo snel hierheen. Binnen een uur kreeg ik een soort stoomcursus diabetes. Ik kreeg zoveel brochures mee en ik kreeg gelijk geleerd hoe ik insuline moest spuiten. Ik had een enorme brok in mijn keel, maar ik wilde mij groot houden tegenover de diabetesverpleegkundige. Aan het einde kreeg ik een soort ‘startpakket’ voor diabetici. Op de doos die ik meekreeg stond een lachende oudere vrouw, met een net zo lachende man naast haar en vrolijke rennende kinderen op het strand. Het enige wat ik dacht was: “U keek vast niet zo vrolijk toen u hoorde dat u diabetes had.”

Toen ik het ziekenhuis uit liep voelde ik me plots zo alleen. Met ouders in Limburg en met een vriendin die in de les zat. Eigenlijk wilde ik niet alleen naar het ziekenhuis gaan, maar omdat het zo last minute was ging het even niet anders. Het regende ontzettend hard en ik rende met mijn starterskit naar mijn fiets. De doos in mijn fietstas proppende, besefte ik het me pas echt. Ik ben nu een patiënt hier, en ik ben chronisch ziek.

Normaal huil ik niet zo veel, of probeer ik het tegen te houden, maar nu liet ik mijn tranen de vrije loop. In de regen was er toch niemand die het zag. Eenmaal thuis hoopte ik dat er huisgenoten waren. Mijn huisgenootje uit Aruba was thuis, en ik klopte bij haar aan. “Aii Inge, wat is er aan de hand meisje?” Ik legde alles uit, en ondertussen troostte ze me.

Het stomme was dat ik hier niet veel tijd voor kon nemen, want ik moest eigenlijk naar school. Voordat ik daarheen ging moest ik voor het eerst zelf lantus spuiten had de dvk gezegd. Dus verstand op nul, spuit erin, en door. Nog niet beseffend dat er nog zoveel zouden volgen.