Wat is type 1 diabetes?

Je lichaam haalt energie uit glucose en deze energie wordt gebruikt door je spieren, organen en hersenen. De glucose ontstaat (oa) door het omzetten van de koolhydraten die je eet en/of drinkt. Koolhydraten vind je in producten met suikers of zetmelen; bijna overal zitten koolhydraten in. Onder andere in brood, pasta, aardappelen, chocola, maar ook in melk, noten en fruit. Om de glucose op te kunnen nemen in de cellen, maken de bètacellen in je alvleesklier insuline aan. Zonder insuline, blijft de glucose in de bloedbaan en kan niet gebruikt worden als energie.
Auto-immuunziekte
Bij type 1 diabetes valt je afweersysteem door een nog onbekende oorzaak, de cellen in je alvleesklier aan die de insuline maken: de bètacellen. Type 1 diabetes is een auto-immuunziekte. Hierdoor stopt de insulineproductie en kan de glucose niet worden opgenomen in de cellen. De bloedsuiker stijgt, de cellen krijgen geen energie en de glucose in de bloedbaan tast de bloedvaten aan. Kenmerkend voor deze situatie is veel drinken, veel plassen, vermoeidheid en afvallen.
Deze situatie kan gevaarlijk zijn, tot complicaties leiden en als type 1 diabetes niet wordt behandeld zelfs tot de dood. Hierdoor is het direct noodzakelijk dat iemand met type 1 diabetes zelf insuline toedient. Dit kan door meerdere malen per dag insuline te spuiten of door middel van een insulinepomp. Hierdoor is het mogelijk dat iemand met type 1 diabetes een normaal leven kan leiden.
Pomp
De insulinepomp zit met een infuus in het lichaam en geeft continu kleine hoeveelheden insuline af. De pomp moet zelf ingesteld worden en bij maaltijden moet de persoon met diabetes zelf insuline toedienen door op de knoppen te drukken. Het is dus geen volautomatisch apparaat (al zijn ze wel bezig met de ontwikkeling daar van), maar je kan op deze manier de werking van een gezonde alvleesklier proberen na te bootsen. De keuze om te spuiten of een pomp te gebruiken, kan erg verschillen per persoon met type 1 diabetes. Meer over de voor- en nadelen van de insulinepomp vind je hier.
Rekenen
Iemand met type 1 diabetes meet verschillende keren per dag zijn/haar bloedsuiker en maakt dan een inschatting wat te doen. Behalve het tellen van alle koolhydraten die je eet en drinkt, hebben ook beweging, stress, ziekte, warmte en hormonen invloed op je bloedsuiker. Je maakt continu een inschatting wat er gaat gebeuren met je bloedsuiker. Aan de hand van de inschatting en je huidige waarde, dien je insuline toe, geef je juist minder insuline of moet je wat extra’s eten. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week ben je aan het rekenen. Het kan dus voorkomen dat de bloedsuikers van iemand met type 1 diabetes erg schommelen. Sommige mensen maken gebruik van een sensor, die continu de bloedsuiker meet en alarmen geeft. Dit apparaatje is echter zeer kostbaar en wordt daarom (nog) niet voor iedereen vergoed.
Cijfers
In Nederland hebben ongeveer 100.000 mensen type 1 diabetes. Het wordt vaak verward met type 2 diabetes, wat ruim 900.000 mensen in Nederland hebben. Type 2 diabetes kan erfelijk zijn, maar wordt vooral veroorzaakt door overgewicht (leefstijl) en ouderdom. Je lichaam maakt minder insuline aan of niet genoeg, vaak omdat men te zwaar is. In eerste instantie wordt type 2 diabetes behandeld met pillen en leefstijlverandering. In sommige gevallen is dit niet genoeg en zal iemand met type 2 diabetes ook insuline moeten gaan spuiten. Naast type 1 en type 2 zijn er nog andere (zeldzamere) vormen van diabetes. Meer over de verschillende vormen van diabetes vind je hier.
Stichting ééndiabetes
Wij zetten ons in om jongvolwassenen tussen 18 en 35 jaar met type 1 diabetes te ondersteunen in het dagelijks leven. Wij staat voor een eerlijk, maar wel positief geluid over type 1 diabetes en vinden het belangrijk om onze doelgroep te informeren en inspireren. Meer over onze stichting vind je hier. Like ons op Facebook of volg ons op Twitter en Instagram. Want type 1 heb je niet alleen!
Ga naar de homepagina