Column Câthy – Toe aan normaal

De feestdagen zijn weer voorbij. En stiekem ben ik daar wel blij om. Dat heeft niks te maken met mijn familie, schoonfamilie of vrienden. Ik vond het heerlijk om gezellig bij elkaar te zijn, te kletsen, spelletjes te spelen, cadeautjes te krijgen, te gourmetten en gezellig wijntjes te drinken. Maar mijn suikers. Oef… Die waren minder blij.
Sinterklaas, kerst, oud&nieuw vind ik een soort Russische roulette. Je ritme is anders, je slaapt wat meer, beweegt wat minder, eet wat meer en ik lust daar vaak ook wel graag een wijntje bij. Of twee. Ik wil dat soort dagen ook niet laten verpesten door mijn diabetes en spreek daarom met mijzelf af ‘dat het best wat losser kan’, eventjes. Gewoon meedoen met de rest, dat moet kunnen vind ik. We bolussen vrolijk op gevoel en kijken dan wel weer waar het balletje heen rolt.
Natuurlijk, ik kan het allemaal benaderen. Ik weet wat er in speculaas, kerstkransjes, kruidnoten, krentenbrood en oliebollen zit en kan daar netjes voor bolussen. De ellende met gourmetten en meerdere gangen is alleen dat je sneller de draad kwijt bent en dus ook de tel. Het is echter de combinatie van verschillende koolhydraten en vetten dat het zo verraderlijk en onvoorspelbaar maakt. Doe ik eerst een klein dansje omdat ik op 7 uitkom na het kerstdiner, zit ik een paar uur later te balen van de 15 op mijn meter door die langzame, sneaky koolhydraten. Of erger, word ik er ‘s nachts wakker van.
Mijn tactiek van dit jaar heeft niet gewerkt en dat is balen. Want ik trek het me toch aan als ik misselijk, moe en koud in een hoekje op de bank zit met suikers van boven de twintig. Dat is ook niet een fijne kerstgedachte en ook niet de beste manier om je nieuwe jaar te beginnen. Ik heb dus voor volgend jaar een nieuwe tactiek nodig. Daar ga ik over een maand of elf maar weer eens over nadenken. Ik kijk uit naar een normale week. Normaal eten, een beetje ritme en hopelijk ook weer normale bloedsuikers. Heerlijk, lekker normaal!