Column Esther – Derde trimester

Ik heet mijzelf van harte welkom in het derde trimester: die periode dat je om de vijf minuten naar de wc loopt, je sokken niet meer aankrijgt en het gevoel hebt dat er niets anders in je buik zit dan een baby! Die baby die voor mijn gevoel trouwens geen minuut stilzit en ik geniet volop van al het leven in mijn buik. En ook de periode dat je opeens 2,5 eenheden insuline nodig hebt voor 1 blokje chocolade en dan nog boven de 8 uitkomt… Bizar!
Ik bedacht me vorige week dat deze zwangerschap eigenlijk heel voorspoedig verloopt. Vorige week had ik een groei-echo waar ik best tegenop zag. Kon me niet voorstellen dat het, na al die insuline resistentie de laatste tijd, goed zou zijn. Maar ons kindje ligt keurig op de gemiddelde lijntjes! De internist vindt dat het hartstikke goed gaat, de diabetesverpleegkundige zegt zelfs dat ik te vaak aan de lage kant zit om het voor mezelf ook nog aangenaam te houden. Dan besef je je weer hoe je als aanstaande moeder soms veel te perfectionistisch bent.
Toch merk ik dat ik veel relaxter ben deze tweede keer. Bij de eerste schoot ik bij elke hoge bloedsuiker in de stress, nu doe ik wat ik kan, leg ik me er meestal makkelijk bij neer en, hoewel ik af en toe flink kan balen, besef ik dat ik niet meer kan doen dan mijn best.
Er is wel iets anders wat ik dit keer moeilijker vind. De vorige keer woonden we in België waar elke zwangere vrouw bij een gynaecoloog loopt en een zwangerschap vrij medisch benaderd wordt. Dit keer in Nederland hoor ik zoveel leuke verhalen van vriendinnen over bezoekjes aan de verloskundige. Waar ze lekker klagen over hun zwangerschapskwaaltjes, het hebben over welk merk zwangerschapsbeha ze aan moeten schaffen en de oudere kindjes gezellig meeluisteren naar het hartje van de baby.
Bij mij zien de controles er iets anders uit: een mannelijke gynaecoloog en internist tegenover me. Het enige waar over gepraat wordt zijn bloedsuikers, de bloeddruk, de groei van de baby en of ik verder nog vragen heb. Na een echo van een minuut sta ik dan weer bij de balie om een nieuwe afspraak te maken. Want tsja, ik heb nou niet zoveel zin om aan hen te vragen welke zwangerschapsbeha ik het beste aan kan schaffen…
Intussen zijn we ook aan het nadenken over en aan het voorbereiden op de bevalling. Vorige week had ik een afspraak met een lactatiekundige over het vooraf afkolven van moedermelk. Deze afgekolfde melk kan dan gebruikt worden als ons kindje bijgevoed zou moeten worden vanwege te lage bloedsuikers. Het lijkt me erg fijn dat, als het nodig is, de baby geholpen kan worden met mijn eigen melk in plaats van een glucoseoplossing. Ook heb ik gevraagd dat, als het zo goed blijft gaan, ik wat later dan bij 38 weken ingeleid kan worden. ‘Nee, we leiden in tussen de 37 en 38 weken,’ was het antwoord van de gynaecoloog. Hij had het te vaak mis zien gaan aan het eind om dat risico te durven nemen. En om heel eerlijk te zijn, vind ik dat wel prima. En, zeg nou zelf, het is ook best handig om je bevalling van tevoren in je agenda te kunnen zetten, oppas te regelen voor je oudste en alle kraamtraktaties in de vriezer te hebben liggen!
Zwanger zijn met diabetes heeft zo zijn voordelen…
Over de schrijfster:
Ik ben Esther, 28 jaar en heb al 16 jaar diabetes. Ik ben getrouwd, moeder van een jongetje van 1,5 jaar en werk als gastouder. Ideaal, zo kan ik fijn bij mijn eigen kindje thuis blijven en ook nog werk doen wat ik leuk vind! Ik zou graag zwanger willen worden van een tweede kindje en op deze site zal ik regelmatig stukjes plaatsen over (de voorbereiding op) het zwanger zijn in combinatie met diabetes.