Naar de inhoud springen

Column Suze – Deel 2: Diabetes en het bezorgde leven

Vlak na mijn diagnose kwam ik erachter dat diabeet zijn net zoiets is als Nederlander genoemd worden. Ja, ik hoor ontegenzeggelijk bij de club en ja, ik vertoon veel overeenkomsten met de andere mensen in de groep. Maar vaak klopt het ook net niet. Diabeten tellen altijd hun koolhydraten. Diabeten eten extreem gezond. En bij andere feitjes over mijn nieuwe club wens ik dat ik er gewoon níet bij hoorde, zoals bijvoorbeeld: Vrouwelijke diabeten onder de 60 jaar hebben vaker een hartziekte.

Toen ik na het avontuur in Parijs tot stilstand kwam in een Nederlands ziekenhuis, begon mijn ontgroening van de Club der Diabeten. Gaandeweg leerde ik de gebruiken van het ongevraagde lidmaatschap. Ik las alles wat ik kon vinden, sloot me aan bij DVN en keek allemaal YouTube-filmpjes van Amerikanen met diabetes type 1 (“My bloodsugar was, like, súper high!”). Door vallen en opstaan leerde ik de nieuwe regels van mijn lijf.

Ik hoef maar 4eh per maaltijd, niet 16. Ik word een beetje stoned van een hypo. Appels zijn het beste tussendoortje om niet snel heel dik te worden. Ik ga huilen als ik uit mijn hypo kom. Ik krijg schattige rode wangetjes van een hyper. Ik kan niet slapen met een hyper. Als ik ontspan na een dag met stress moet ik in de sportstand om niet in te storten. Als ik sport heb ik een tijdje helemaal geen insuline nodig. Ik kan veel alcohol drinken zonder extreme hypo’s. Als ik moe ben en alcohol drink, daarentegen, gaat het bij een fluitje al fout. Als ik moe ben, gaat eigenlijk alles in mijn lichaam fout. Waar ik eerst vaak lag door te zakken met mijn grote liefdes De Bank en Zak Chips zijn nu ineens Regelmaat en Beweging mijn beste vrienden.

Terwijl ik mijn lijf opnieuw leerde kennen, moest ik ondertussen op zoek naar werk en een huis. Ik was tenslotte van mijn roze wolk gevallen en onder die wolken is het beduidend grijzer dan erop. Nadat ik eenmaal een huisje had gevonden en hier en daar wat werkte, werd het me duidelijk dat wonen in je eentje met diabetes nog best spannend is. Wie smeert een boterhammetje als je je niet zo goed voelt? Wie ziet dat je gezicht bleek is en duwt wat Dextro naar binnen? Wie vind je in de ochtend als je ’s nachts in een hypo bent gezakt?

Na een roerige periode besloot ik dat het genoeg was geweest. Ik ging met mijn pennentasje onder de arm op zoek naar een echte baan om op die manier wat rust en regelmaat te krijgen. Tijdens het solliciteren nam ik me voor om de diabetes alleen te bespreken als het toevallig ter sprake zou komen, wat – verrassend genoeg -regelmatig gebeurde. En mijn eerlijkheid had succes, ik werd aangenomen! Meteen besloot ik samen met een familielid vlakbij mijn werk te gaan wonen, zodat ik ook thuis een airbag had tijdens de nieuwe periode. Bepakt met mijn pennen, een fijn huis en iemand die me een beetje in de gaten hield was ik klaar voor een nieuwe uitdaging in mijn leven: een baan!

 

Over de schrijfster:
Suze (25) kreeg november 2013 de diagnose type 1 diabetes. Net afgestudeerd, genietend van het vrije leven viel ze even van haar roze wolk. In verschillende delen vertelt ze hoe ze er achter kwam dat ze type 1 diabetes heeft, hoe dit haar leven veranderde en hoe ze zichzelf weer herpakt heeft.