Naar de inhoud springen

Zit het in de genen?

Op het erfelijk materiaal (het DNA) liggen genen. In totaal zo tussen de 20.000 en 30.000. Het DNA bevindt zich in elke kern van elke cel van het lichaam. Het gen dat er voor zorgt dat jij blauwe ogen krijgt, ligt bijvoorbeeld ook in de cellen van je grote teen. Maar waar dit gen in de ogen wordt aangezet, wordt er in de grote teen niks mee gedaan. Genen kunnen feitelijk dus aan of uit staan. Al jouw DNA heb je via de zaadcel van je vader en de eicel van je moeder gekregen. In die cellen liggen respectievelijk de genen van de vader en de genen van de moeder. Misschien kun je het je nog herinneren: mensen hebben 46 chromosomen (chromosomen bestaan uit strak opgerold DNA) oftewel 23 chromosoomparen. Je erft de ene helft van je vader en de andere helft van je moeder. Je hebt van elk chromosoom dus een kopie. Als één kopie gezond is en de andere (door bijvoorbeeld een mutatie) ziek is, kun je nog steeds gezond zijn. Je bent dan wel een zogenaamde drager van het zieke gen. Als jij dit zieke gen als vader of moeder zijnde doorgeeft aan je kind, kan jouw kind (afhankelijk van wat de andere ouder doorgeeft) wel ziek worden. Zo kan het dus zijn dat beide ouders gezond zijn terwijl hun kind ziek is. Nu lijken bij diabetes type 1 niet één, maar meerdere genen een rol te spelen. Zonder daar dieper op in te gaan begrijp je nu hopelijk dat wanneer je zelf diabetes hebt, je ouders en broers/zussen gezond kunnen zijn.

Tot zover de genetica. Hoe zit het nu met de invloeden uit de omgeving? Dat de omgeving invloed heeft op het ontstaan van diabetes is bekend. Dit is met name het geval bij type 2 (overgewicht, ongezond voedingspatroon, roken etc.), maar ook bij type 1 lijkt de omgeving een rol te spelen. Als een persoon aanleg heeft om diabetes te krijgen (oftewel hij of zij heeft het in de genen liggen), kunnen bepaalde factoren uit de omgeving de kans op het krijgen van diabetes verder vergroten. We weten nog lang niet welke factoren dit allemaal zijn, maar we weten bijvoorbeeld wel dat een tekort aan vitamine D3 mogelijk een rol speelt (lees hier meer over de mogelijkheden van vitamine D3 bij de genezing/voorkoming van diabetes type 1).

Oké, we weten dus dat meerdere factoren samen de ziekte zouden kunnen veroorzaken. Maar hoe groot zijn de kansen op het krijgen van de ziekte als we alleen naar de genen kijken? Hieronder een lijstje (bron: www.erfelijkheid.nl)

  • Als broer of zus het heeft: 1-8 %
  • Als vader of moeder het heeft: 1-4 %
  • Als beide ouders het hebben: 20-40 %
  • Als neef of nicht het heeft: 1-2 %
  • Als eeneiige tweelingboer of -zus het heeft: 23-50 %

Zowel genen als omgevingsfactoren spelen een rol bij het ontstaan van diabetes type 1, maar in welke mate en welke factoren dit allemaal zijn, is nog niet bekend. Eén ding is zeker: je hebt niet de ziekte in je genen liggen, maar de aanleg ervoor. Bij het ontstaan van diabetes komt veel meer kijken en daar doen we momenteel zo veel goed onderzoek naar!