Column Nora – Twerken met je hersenen

Zaterdag 8 november was het eindelijk zover: de eerste zaalcompetitie-wedstrijd van korfbal! En dit jaar spelen we ook nog met schotklok. Daardoor wordt het spel sneller, leuker en harder. Vooral dat laatste dus. Met een beetje veel pech zat ik de terugweg vanuit Groningen met stampende hoofdpijn en een ei in de auto. Tijdens de wedstrijd was ik tijdens een sprongduel met een heer gevallen op mijn achterhoofd. En daarnaast hadden we ook nog verloren.
De volgende dag bleek het mannetje dat aan het hakken was nog steeds in mijn hoofd aanwezig en daarnaast had hij een vriendinnengroep ballerina’s uitgenodigd die bij elke beweging van mijn hoofd als pijn door mijn hoofd pirouetjes draaiden. Toch nog even diehard geprobeerd te studeren, maar dat scherm was ook niet zo prettig voor mijn pijn. De rest van de dag maar rustig tv gekeken en toch maar besloten de volgende morgen naar de dokter te gaan.
‘Ja, jij hebt dus overduidelijk een hersenschudding.’ Ik knikte maar niet met mijn hoofd omdat de ballerina’s dan weer gaan bewegen. ‘Rust, rust en rust. En vooral niet naar beeldschermen kijken’ (oeps). Terug naar huis fietsend ondertussen alle bobbels van de straat proberen te ontwijken denk ik wanhopig wat ik allemaal moet missen: training, college, werk en nog veel meer college. En wat kan ik als vervanging doen? Niks. Want lezen kon ik ook niet.
Gelukkig had die geshakete hersenpan wat rust nodig waardoor ik gemiddeld per dag 15u sliep. Daardoor was er niet meer zoveel tijd over om op te vullen. Verder at ik en dronk ik thee met mijn lieve huisgenootjes die allemaal voor mij hebben gezorgd op hun eigen manier. Of ik luisterde een luisterboek terug in het donker, want licht kon ik niet verdragen. Of ik belde even met mijn ouders die zelfs liefde door de telefoon kunnen blazen. Of ik liep met een zonnebril door de Appie snel op zoek naar mijn vitamientjes.
Verder heb je natuurlijk de dominante diabetes die ook eens een keer aandacht tekort zou krijgen. Diabetes weet altijd wel een manier om zich er tussen te drukken en het leed nog even te kwadrateren. Doordat ik mijn actieve leven inruilde voor een opgerolde-rups-in-dekbed-stijl werd mijn insulinegevoeligheid compleet anders. De situatie was zo ernstig dat ik sinds mijn hersenschudding op zaterdag pas op woensdag weer een suiker onder de 10.0 had (dat is ook mijn enige suiker onder de 10.0 geweest tot nu toe). Dan doe je helemaaaaal niks en krijg je het toch voor elkaar om op een suiker van 28 te zitten. Je blijft mij verbazen, diabetes. Door die hoge suikers word je nog meer moe (is dat überhaupt mogelijk), meer stemmingswisselingen (ja lees maar: stikchagrijnig), onrustig (concentratieboog is helemaal weg) en mag je de toilet nog meer bezoeken (helemaal feest met die TL-lichten op onze plee).
Kortom: deze week was mijn leven echt een feestje. Mijn bed en ik zijn zo ongeveer één geworden. Twee handen op één dekbed. Het gaat de boeken in als de meest saaie, nutteloze week van Nora Rijnbeek. Och wat hou ik toch van mijn brok hersens.
Daarnaast was mijn tweede week van de pomp dus niet zo’n succes qua gemiddelde. Maar we brengen gelijk veel tijd samen door in bed. Zo heeft ‘t ie al eens een keer gelekt waardoor ik wakker werd in een meurende walm van insuline en kon die ook prima zorgen voor extra gewoel omdat die plakker PRECIES zit waar jij op wilt liggen. Hij jat zeg maar nog net niet mijn stukje dekbed van mij af. Maar ja, gelukkig zit de pod niet op mijn hoofd, want dat was pas echt een epicentrum vol pijn geworden.
Zoete smak, Nora
Bloedsuiker tijdens het schrijven: 17,2