Column Lenneke – Beginnen bij het begin

Terwijl ik dit schrijf zit ik heerlijk op het terras van een strandtent. Genietend van de zon, een koude Desperados met citroen en relaxte muziek. De afgelopen dagen heb ik me vaak afgevraagd waar een schrijver/columnist, hoe je het ook noemen wil, zijn eerste stuk over schrijft. Geen idee eerlijk gezegd. Het lijkt mij daarom het beste om bij het begin van mijn “diabetes experience” te beginnen.
Ik weet nog goed dat ik op de middelbare school zat, het zal zo rond het 1e of 2e leerjaar zijn geweest. Ik had een klasgenote met diabetes type 1. Heftig! Wat een gedoe met bloedsuikers meten, insuline spuiten, opletten op je voeding, rekening houden met je lichaamsbeweging, etc. Ik voelde medelijden voor haar, had echt met haar te doen. Wat een irritante en moeilijke ziekte! En ja hoor, niet veel later had ik dezelfde diagnose. Het is toch niet besmettelijk? Hoe bizar is dit? Ik was 14, heb het geluk gehad een leven zonder diabetes te hebben gekend. Wanneer ik jonge kinderen zie met prikpennen of een pomp vind ik dat zo sneu. Ga maar uitleggen aan een 4-jarige waarom hij geen ijsje mag en zijn broer wel. En dan constant die vervelende prikken, hypo’s die je stemming negatief beïnvloeden en jezelf anders voelen dan je vriendjes. Maar goed, ik dwaal af. Ondertussen komt mijn tweede drankje aan, ik ben overgegaan op een Ice Tea Zero.
Ik was dus gediagnosticeerd met diabetes. Welk type was toen nog onduidelijk. Ik heb daar zelf weinig van meegekregen gelukkig, maar mijn ouders hebben een rottijd gehad. Er werd gespeculeerd dat ik weleens het Wolfram-syndroom zou kunnen hebben. Dat begint met diabetes type 1 in combinatie met vermindering van het zicht. Nu heb ik een erfelijke oogaandoening, dus niet gek dat ze die link hadden gelegd. Latere symptomen zijn onder andere volledige blind- en doofheid. Gelukkig kan ik zeggen dat ik deze aandoening niet heb en dat het “gewoon” diabetes type 1 is, lucky me!
De eerste paar maanden ging het eigenlijk best oké. Het was een heel circus aan ziekenhuis bezoeken, veel informatie krijgen en mijn lichaam opnieuw leren kennen. Daarnaast werd niet alleen mijn leven, maar ook dat van de rest van het gezin overhoop gegooid. Ik leerde meteen om zelf insuline te spuiten en koolhydraten te tellen. Wat ik erg jammer vind is dat ik geen psychische hulp heb gehad bij het verwerken van de diagnose. En daar is het denk ik op een gegeven moment door misgegaan, samen met het feit dat ik midden in de puberteit zat. Ik wilde niet meer mijn bloedsuikers checken, insuline spuiten en koolhydraten tellen. Ik vrat alles wat los en vast zat, nam bewust geen medicijnen mee wanneer ik de deur uitging en leefde alsof de diabetes er niet was. Ik heb een tijd mezelf als het ware verwaarloosd. Het stomste is nog wel dat ik hiermee helemaal niet de diabetes te grazen nam, alleen mezelf.
Nu, zo’n 11 jaar later, gaat het een stuk beter. Althans: ups en downs blijf ik denk altijd houden, dat hoort erbij. Ik merk dat ik periodes heb dat ik er fanatiek mee bezig ben en periodes dat ik wat nonchalanter ben. Maar hé, iedereen heeft ups en downs toch?
Ik zit nog steeds lekker lui in de zon, het is inmiddels zo’n twee uur later. Laat ik eens voor de grap mijn bloedsuiker checken, nu ik dit toch schrijf. 10.6, dat kan beter..