Column Sanne – Diabetes op de camping

Ik ga op reis en ik neem mee… in ieder geval geen paspoort, want die lag nog in de lesauto. Ook geen ID-kaart, want die is kwijt.Gelukkig maar dat we met de auto op vakantie gingen. En ohja, 1,5 potje teststrips voor drie weken, omdat ik volgens de hulpmiddelenleverancier al genoeg teststrips had. Blijkbaar beschikt mijn huis over een zwart gat waar dingen in verdwijnen.
De vakantiebestemming was een camping in Zuid-Frankrijk. Doordat mijn opa en oma op 1,5 km van de camping hebben gewoond ben ik er minstens 30 keer geweest en daardoor voelt het zo ongeveer als thuis komen. Ik was er zelfs al een keer mét diabetes geweest. Maar toch was dit jaar een beetje anders: dit was de eerste kampeervakantie met een pomp. En dat vond ik eng.
Omdat de camping ontzettend alternatief is en de voorzieningen ophouden bij wc’s waar je met wc-bril en al van af kukelt (echt gebeurd) en wat douches die er al stonden toen ik nog niet geboren was, is de enige bron van vermaak zwemmen met mede-kampeerders in de rivier die langs de camping stroomt. Hoe zou dat gaan met een pomp? En hoe leg je aan vakantievrienden uit wat er op je arm zit en waar dat draadje naartoe gaat? En hoe doe je dat vervolgens ook nog eens in het Frans? En wat nou als mijn luchtbed lek zou gaan door de pomp?
Uiteindelijk viel het allemaal reuze mee. Als mensen vroegen wat er op mijn arm zat antwoordde ik “sensor”. Vervolgens vermaakte ik mij enkele minuten met het puzzelende gezicht van mensen die afwegen of ze verder moeten vragen of niet. Door de taal op mijn pomp tijdelijk te veranderen naar Frans kwam ik erachter dat sensor “capteur” genoemd wordt. De rest van de woorden die ik nodig had kende ik gelukkig wel. Zwemmen ging verrassend goed. Ik heb nauwelijks last gehad van hoge waarden door te lang afgekoppeld te zijn en picknicken zonder pomp werkte uitstekend tegen hypo’s. En mijn luchtbed? Die kan nog gewoon mee naar de introductieweek!