Column Anne – Ik doe niet aan complicaties

”Misschien ga je dit heel raar vinden, maar als je kinderen wilt, bespreek dat dan eerst even met mij, oké?” Met verbaasde en verwarde ogen keek ik de vrouwelijke, relatief jonge internist aan.
Ik had me mentaal op een boel vragen, onderzoeken en opmerkingen voorbereid, maar deze zag ik niet aankomen. Ze zag mijn verbazing en beantwoorde mijn gezichtsuitdrukking: ”Ik zeg het maar vast… vandaag hebben we er tenminste tijd voor!”. Na het controleren van mijn bloeddruk stond de dokter op en verdween achter mijn rug uit mijn blikveld, toen ik plotseling 2 handen in mijn nek voelde. Eventjes gingen alle haren op mijn lijf overeind staan, waardoor de dokter zich snel realiseerde dat ze haar onverwachte aanraking niet aangekondigd had. ”Oh, sorry, zit ik ineens met m’n handen in je nek! Ik voel even of ik je schildklier kan voelen… hopelijk liet ik je niet schrikken”. Ze liet me wel schrikken.
Toch kon ik het goed met haar vinden. Het was de eerste persoon in het ziekenhuis die het niet nodig vond om me alles uit te leggen over diabetes en de eerste persoon die het niet nodig vond om mij uitgebreid te informeren over alcoholgebruik, drugsgebruik en late feestjes. Na een paar woordenwisselingen dacht ze dat dat niet nodig was en was ze ervan overtuigd dat het wel goed kwam met mij. Dat vertrouwen was fijn. Een van de weinige adviezen die ze me probeerde te geven was studiekeuzeadvies. Het was een top-dokter die wist wat mij bezig hield, die wist dat ik me uiteraard al helemaal had verdiept in diabetes en dat ik niet zat te wachten op nóg een uitleg en nóg een waarschuwing.
Ze benoemde wel de reeks complicaties. Jeweetwel. Onze gevreesde ‘sluipmoordenaar’. De amputaties, blindheid, nierproblemen, hart- en vaatziektes. Bla Bla Bla enzovoort. Daarom stond ze erop dat ik binnen niet al te lange tijd naar de podotherapeut en de oogarts zou gaan en dat mijn cholesterol en nierfunctie gecontroleerd moesten worden. Héél even voelde ik me 80 jaar oud en versleten. Zo’n cholesterolprobleem heeft namelijk echt een oubollig imago, net zoals dat diabetes wel eens zo’n imago heeft en één oubollig lichamelijk gebrek leek me voorlopig wel genoeg.
Ook die andere complicaties… tsja… dat is allemaal zo abstract. Ik voel me top, heb er een hekel aan als iemand zegt dat ik een ‘ziekte’ heb (Heb ik een ziekte, dan?), en nogmaals dat argument: ik ben z e v e n t i e n. Ik sta middenin mijn leven. Ik ga dit jaar een studiekeuze maken, droom over mijn toekomst, fantaseer over kinderen, vier feestjes, heb de slappe lach met vriendinnen, lig soms veel te laat in bed en eet absoluut veel te veel ijsjes. Eigenlijk komt het erop neer dat ik met alles bezig ben, behalve complicaties. Ik ga gewoon niet liggen tobben over dingen die hopelijk een enorme ver-van-mijn-bed-show zijn. Ik kan het me ook totaal niet voorstellen. Ik en complicaties. Ik wil een onbezorgde tiener zijn, en niet denken aan geamputeerde tenen. Als dat tenminste ook nog mag.
Nee, joh. Ik doe niet aan complicaties hoor dokter. Ik zei het niet, maar ik dacht het wel.