Naar de inhoud springen

Column Anne – Diabetes en perfectionisme

”Je HbA1c is wel goed hoor. Maar… nouja… Tot hier en niet verder, zal ik maar zeggen.” Ze wierp een blik in mijn zelfgemaakte kleurrijke diabetesdagboekje. ”We hebben ook gedrukte dagb…” ”Dat weet ik, maar dit is toch veel leuker!” onderbrak ik haar. Er volgde een zucht. ”Ik wil dit wel in de gaten houden hoor Anne. We streven inderdaad naar een laag HbA1c, maar dit…  het is wel goed maar je staat wel héél strak ingesteld.”

Ik zeg niet dat ik een rasechte perfectionist ben, maar wat diabetes betreft ben ik er wél een. Eigenlijk krijg ik al de kriebels van alle waardes boven de 7 en corrigeer ik hoge waardes best wel snel. Niet dat ik het fijn vind om bij te spuiten, maar ik vind het gewoon verschrikkelijk om hoge bloedsuikers te hebben. Lichamelijk merk ik er weinig van: zelfs de grootste uitschieters voel ik amper of helemaal niet, maar als ik eenmaal weet dat mijn bloedsuiker te hoog is, is er geen houden meer aan: ik spuit, vraag of ik uit de klas mag, ren 3 rondjes door de gang (dat helpt uiteraard niet, en ziet er alleen maar belachelijk uit, maar ik moet iets), drink water en eet bij voorkeur een paar uur lang geen koolhydraten meer.

Eigenlijk weet ik ook niet precies waarom ik dat doe. Ondanks dat ik weet dat een milde hyper zo nu en dan onvermijdelijk is en niet zo veel kwaad kan, maakt het me een beetje bang. Ik ben niet bang voor complicaties. Misschien is het het feit dat ik het ontzettend graag goed wil doen, dat ik mezelf wil blijven verbeteren, mijn lage HbA1c nóg lager wil en omdat ik het gewoon als een uitdaging beschouw om goed te zijn in diabetes.

Wat een onzin eigenlijk! Goed zijn in diabetes… Wie wil er nou goed zijn in het hebben van een ziekte. Ziektes gaan zoals ze gaan, en vaak heb je daar niet veel invloed op. Het is dan héél verleidelijk om het stukje invloed dat je wél hebt te grijpen en krampachtig te blijven controleren. De focus op cijfertjes kan prestatiedrang misschien een beetje triggeren, en laat diabetes nu nét zo’n ziekte vol cijfertjes zijn. Bloedsuikers, koolhydraten, insuline-eenheden, onze ‘rapportcijfers’ a.k.a. HbA1c’s niet te vergeten… Het is me wat.

Soms kijken mensen me vol bewondering aan als ze erachter komen dat mijn HbA1c met maar liefst 120 punten gedaald is in 3 maanden tijd (ik geef toe. Het is bijna een guiness book of records prestatie), maar zo’n gigantische daling is heus niet alleen maar positief. Om dat voor elkaar te krijgen moet je plannen, controleren en nadenken bij alles wat je doet. Niet een beetje, maar alsof het je fulltime baan is. Helaas komen daar regelmatig hypo’s bij kijken, die minstens zo gevaarlijk zijn als hypers (en dat lijk ik soms te vergeten). En de hele dag waardes die op het randje zijn. Ik kan je vertellen dat je je daar ook niet lekker van gaat voelen. Sterker nog: daar heb je beroerde dagen van.

De oplossing? Let it go… makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk. Zeker omdat ik het zelf (eigenwijs als ik ben) niet zo’n probleem vind om er lekker bovenop te zitten en strak ingesteld te zijn. Alles voor ‘controle’ (tussen aanhalingstekens. Want wie heeft diabetes nou werkelijk onder controle?).

Die balans tussen je waardes controleren en diabetes loslaten is lastig. Misschien één van de grootste hobbels die tot nu toe op mijn weg gekomen zijn. Diabetes is een hele persoonlijke ziekte, en hoofdzakelijk moet je het allemaal zelf doen. Aan mij de taak om morgen weer een ratio verhogen… En ja, dat vind ik eng.