Naar de inhoud springen

Column Anne – Een nieuw begin

Diabetes krijgen en hebben is nogal klote, dat weten we allemaal. Toch voel ik me gelukkig om het feit dat mijn alvleesklier nog niet definitief afscheid van me genomen heeft. Het is fantastisch om te weten dat het bijna-dode kliertjedat ergens bij mijn maag in de buurt zwemt me zo nu en dan nog een beetje steunt. Hij is en blijft ziek, maar met enige regelmaat kotst hij een dosis insuline uit. Ik heb het vermoeden dat we nog aan het genieten zijn van een heerlijke honeymoon. Dat is een optimistisch gekozen naam: ik neem geen afscheid van de relatie met mijn alvleesklier, het is enkel het begin van een andere soort relatie.

Soms lijkt het alsof het niet uitmaakt wat ik doe en avondjes vol nattevingerwerk overleef ik prima. Af en toe is het weer net zoals vroeger: hij neemt weer enkele taken van me over en corrigeert me waar ik fout ga. Samen vormen we een team, dat af en toe vreselijk faalt en grote fouten maakt, maar het team bestaat nog. Daar draait het om. Tot de tijd aanbreekt dat we definitief afstand van elkaar moeten doen, wens ik mijn alvleesklier iedere ochtend een fijne dag toe en vraag ik hem iedere avond of hij morgenochtend alsjeblieft wakker wil worden. Ik hoop dat dat hij nog enkele jaren, of gewoon voor eeuwig, met mij vooruit wil en ik ben ook een beetje bang voor het moment waarop hij mij voorgoed verlaat en doelloos in mijn lichaam zwemt.

Ik ben al vaak genoeg gewaarschuwd dat ik het nu nog goed heb en dat het niet altijd zo zal blijven. Met kleine hoeveelheden insuline word ik in de ochtend wakker met altijd-perfecte waardes, ik ben nog nooit wakker geworden met een hypo, en ik zie slechts in hoogst uitzonderlijke situaties waardes boven de 10. Helaas neemt alvleesklier niet alles terug over, want ik spuit toch redelijk wat insuline. Het is niet de typische honeymoon met één-op-30-ratio’s of maaltijden waarvoor je geen insuline nodig hebt. Ik voel me sowieso wat diabetes betreft een beetje alternatief, want het gaat nog zo makkelijk (maar moeilijk genoeg), de kenmerkende antistoffen zijn niet in mijn bloed aangetroffen en ik moet m’n HbA1c omhoog krijgen in plaats van omlaag.

Zou het dan écht moeilijker worden? Kan ik dat überhaupt wel aan? Hoe reageer ik op waardes die door het plafond schieten of als een baksteen zakken? In hoeverre heb ik ‘controle’ en kan ik deze behouden? Het zijn maar enkele vragen die zo nu en dan eens door mijn hoofd schieten. Ik beschouw mijn honeymoon maar als een voorbereiding op hetgeen dat gaat komen. Áls er iets gaat komen, want ik hoop natuurlijk dat het altijd zo zal blijven.

Toch zal een uitwendig apparaatje in de toekomst zeer waarschijnlijk de alvleesklier-functie gaan overnemen, want zelfs met eventuele honeymoon loop je tegen een heleboel praktische onhandigheden aan en bovendien kijk ik uit naar meer flexibiliteit in mijn actieve, onregelmatige leven. Dat overstap-moment is er nu nog even niet, maar het staat wel op de planning. Enerzijds ben ik daar blij mee, omdat het een last minder is en heel veel dingen me gewoon veel makkelijker lijken. Aan de andere kant is het net alsof ik afscheid neem van een uiterlijk gezond lichaam en dat vind ik best spannend. Straks loop ik misschien voor lange tijd rond met een portable pancreas, maar dat is niets definitiefs.

Gelukkig is het geen einde, maar een nieuw begin.