Column Sanne – Een terugblik

Hoewel het slechts een paar weken geleden lijkt dat de introductieweek begon, is het eerste semester alweer afgelopen. Ik was in de zomervakantie best zenuwachtig voor wat me te wachten stond, maar is het me allemaal reuze meegevallen. Helemaal vlekkeloos is het echter niet verlopen.
Wat betreft het uitleggen van diabetes aan andere mensen beschik ik over twee “buien”: de vraag-ernaar-en-je-krijgt-een-drie-uur-durend-college en de waag-het-niet-te-vragen-want-ik-ga-toch-ontkennen. Dit zorgde ervoor dat ik mijn tutor pas na 1,5 maand in een kennismakingsgesprek vertelde dat ik diabetes had (mijn studiegroep had ik het in de tweede week al uitgelegd hoor!). Op zich zou dit geen ramp hoeven zijn, immers wisten genoeg mensen wat er aan de hand was als er iets zou gebeuren, zij het niet dat ik mijn allereerste presentatie met een gigantische hypo heb gegeven en hem daardoor volledig verprutst heb. Achteraf gezien had ik het alleen maar hoeven mede te delen, de tutor was basisarts en daarom had ze “ik heb een hypo” wel begrepen, maar goed.
Nadat dit recht gezet was, werd ik in de gaten gehouden. Als pomp en sensor even van hun bestaan lieten weten werd er vanaf de andere kant van het lokaal met een schuin oog gekeken of ik nog in leven was. Er werd overdreven vaak gevraagd of ik me nog goed voelde en toen ik een keer wit wegtrok vanwege een hypo werd de studiegroep stilgelegd en heeft ze een half uur durende anekdote over haar co-schappen verteld. Goed bedoeld natuurlijk, maar wel een beetje overbodig.
Mijn studiegenootjes vinden al die piepjes en apparaatjes ook wel erg interessant. Er wordt over mijn schouder meegekeken naar mijn meter, waarna standaard de vragen “is dat goed?” en “wat moet je nu doen?” volgen. Zo nu en dan is er een dare-devil die zijn of haar bloedglucose wil meten. Ik moet zeggen dat dat best handig is, het dwingt me mijn lancet te wisselen. Daarnaast maakt die pomp me goed vindbaar in een grote collegezaal.
Zo merkte iemand laatst op dat als ze me wil vinden tijdens college ze gewoon goed luistert naar de piepjes. Van tevoren was ik gewaarschuwd dat de overstap van middelbare school naar vervolgopleiding bijna altijd gepaard gaat met sterk schommelende bloedglucosewaardes. Ik hoopte dat “bijna altijd” betekende dat ik gespaard zou blijven, maar dat is helaas niet gebeurd. De hypo’s en hypers volgen elkaar in hoog tempo op, waarbij vooral de hypers zegevieren. Naast de ongemakken die dit met zich meebrengt, worden de eventuele gevolgen pijnlijk duidelijk gemaakt in practica waarbij je de kans van mensen met diabetes op een hartaanval moet berekenen (4,1 keer zo hoog) en toetsvragen waar je “diabetes mellitus” moet matchen met een plaatje van gangreneuze voeten. Gezien semester twee begint met een blok over diabetes zal dit alleen maar erger worden.
Maar het komt goed. Ik heb het ontzettend naar mijn zin en ben ervan overtuigd dat ik op de goede plek zit. Mijn bloedglucosewaardes zullen dat uiteindelijk ook inzien, toch?