Naar de inhoud springen

Column Anne – Ik red me wel alleen hoor

‘Mam, vind je het spannend als ik volgend jaar op kamers ga?’ vroeg ik tussen neus en lippen door. Ze keek me aan met een vanzelfsprekende blik: ‘’Natuurlijk niet! Jij redt je wel!’’ Daar had ze gelijk in: ik red me wel. Het is mijn lijfspreuk sinds ik diabetes heb. ‘’Joh, volgens mij red jij je wel’’ zei de internist toen ik er de eerste keer kwam. Als iemand vraagt of ik diabetes ‘onder controle’ heb, zeg ik ook dat ik me wel red. De eerste persoon die type 1 diabetes écht onder controle heeft, moet ik nog ontmoeten, dus vind ik dat ‘mezelf redden’ echt een betere woordkeus is.

Ik overleef hypo’s en bijbehorende vreetbuien. Ik bedel om kaneelkoekjes in de lerarenkamer als ik weet dat ik zonder niet thuis kom. Ik doorboor mijn vingers dagelijks een keer of zes met een prikpen (a.k.a. nietjesmachine) en bijt op mijn lippen als ik op m’n werk schoonmaak met alcoholspray (gaatjes in je vingers + alcoholspray = AU). Ik gebruik mijn bloedsuikermeter ook als wekker (handige functie!), maar ben zo gewend geraakt aan het eeuwige geluid van dat piepje dat ik er doorheen slaap en tóch kom ik (bijna) altijd op tijd. Mijn buik en benen hebben bovendien ongeveer 3000 zorgvuldig toegediende spuitjes ontvangen en alles zit er nog aan.

Ik red me wel.

De fase waarin ik diabetes heb gekregen heeft gezorgd voor een boel zelfstandigheid. Er zijn heel veel ouders die ‘samen met hun kinderen’ diabetes hebben. Er zijn zelfs heel veel volwassenen met type 1 diabetes die leunen op hun partners. Soms lees ik vol verbazing de columns van Annemieke, waarin ze beschrijft hoe ‘ze’ bezig zijn met het oplossen van een nachtelijke hypo. Dan bedenk ik me hoe ik me bij de eerstvolgende hypo in mijn eentje als een uitgewrongen washandje naar de keuken sleep en daar een noodlanding tegen de deur van de koelkast maak, om alles wat eetbaar is in mijn mond te proppen.

Ik red me wel (maar zo’n Annemieke is wél handig. Dat geef ik toe).

Nu heb ik nog een mama, die ik altijd kan roepen als het echt nodig is (nooit dus), maar eigenlijk doe ik altijd alles zelf en dat heb ik ook altijd gedaan. Het enige wat mama meekrijgt van mijn diabetes (buiten het ‘zien’ prikken en spuiten) zijn de frustratiekreten als de waarde weer eens niet goed is. Ze zou niet weten hoeveel koolhydraten er in een boterham zitten. Ze gelooft dat ik me wel red. Dat is ook zo.

Ik red me wel.

Toch zijn er zo nu en dan subtiele signalen van mama, die stiekem toch een gezonde spanning heeft. Het eerste wat ze vroeg aan de huisbaas in de gezamenlijke keuken van mijn nieuwe huisje is ‘’of er ook een plekje in de koelkast is voor medicijnen, want bla … bla … bla …’’ Dat beschouw ik dan maar als moederlijke bezorgdheid.

Ik red me wel alleen hoor. Echt.

Volg Anne op Instagram!