Gastcolumn Danny – Diagnose: type 1 diabetes

21 oktober 2007. Ik word wakker rond een uur of 10 in de morgen. Gisteravond heb ik het weer iets te laat gemaakt en ik moet zo meteen alweer voetballen. Ik pak mijn tas haastig in en vertrek op de fiets richting mijn club. Daar aangekomen (redelijk brak met hele grote dorst) bestel ik 2 tosti’s aan de bar met een groot glas thee én een AA-tje, want ja, ik voel me brak, heb een kater en moet zo voetballen, dus ik kan wel wat suikers gebruiken!
Aangekomen bij de tegenstander gaan we direct omkleden. Sterke verhalen over de avond ervoor galmen naast een hoop gelach door de kleedkamer. Ik zit daar, met mijn droge mond, een licht gevoel in m’n hoofd en overal spierpijn, maar heb toch zin om lekker een balletje te schieten. De warming-up start. Bij elke stap die ik zet lijkt m’n mond droger te worden. Speeksel is in geen velden of wegen te bekennen dus neem ik snel nog even wat te drinken uit een van de bidons die langs de kant liggen. “Gister lekker feesie gehad zeker?”, “Gaat het, spons?”, zijn opmerkingen die ik naar m’n hoofd geslingerd krijg. Terecht natuurlijk, maar ik ben gelukkig niet de enige die het laat heeft gemaakt.
Ik drink vlak voor de wedstrijd nóg maar een AA-tje. De wedstrijd begint, de dorst wordt erger, mijn spieren doen pijn en de verzuring slaat al in na de eerste sprint. Na 20 minuten is er een strafschop. Ik leg aan, scoor(!), ren snel nog even langs de dug-out voor een “slokkie”. Na 45 minuten vind ik het wel welletjes: ik ben op. De trainer ziet het en wisselt me. De dorst blijft, mijn benen doen pijn en ik heb hoofdpijn.
Het zal wel flinke kater zijn, denk ik nog. Na de wedstrijd zit ik gebroken in de kantine. Ik drink snel nog maar even een extra AA-tje, want de dorst is niet te lessen.“Het zal wel een kater zijn..”Die avond besluit ik de ochtend erna langs de huisarts te gaan. Ik voel me namelijk al maanden slecht en kan niet helemaal plaatsen waar het vandaan komt. Zeg nou zelf: ik ben jong en kan echt niet tot donderdagmiddag last hebben van de kater van de zaterdag ervoor! De volgende dag word ik wakker. TE LAAT! Ik moet op tijd op school zijn dus een bezoek aan de huisarts zit er niet in. Dinsdagochtend doe ik een tweede poging en ik vertel de beste man de symptomen waar ik last van heb.
De huisarts besluit maar eens een vingerprik te doen, want zegt hij, ”dan kunnen we meteen uitsluiten dat het met diabetes te maken heeft”. Uitslag vingerpik: 32,4 mmol/L. De huisarts kijkt niet geheel verbaasd en vertelt me dat ik toch echt met spoed langs het ziekenhuis moet. Diagnose: type 1 diabetes.Nog enigszins verdwaasd stap ik op de fiets richting het ziekenhuis. Onderweg bel ik mijn moeder met de mededeling dat ik even in het ziekenhuis langs moet gaan omdat ze denken dat ik diabetes heb. Mijn moeder komt direct die kant op en zegt dat ik rustig moet fietsen onderweg. Ze heeft een broer die ook diabetes heeft en schrok erg van de 32,4. Zelf had ik geen idee hoe slecht dit was.
Aangekomen in het ziekenhuis vertelt de arts mij dat ik zonder twijfel type 1 diabetes heb. Hij geeft aan dat ik wel een heel sterk lijf moet hebben (en dat dit ook wel enigszins een redding is geweest) en kon niet geloven dat ik de zondag ervoor nog 45 minuten gevoetbald heb met deze hoge bloedsuikerwaardes. Ik moet direct insuline gaan spuiten.
Ik, gemotiveerd door het feit dat ik er alles aan wil doen om me wat beter te voelen, zet vrijwel direct na een korte instructie de eerste naald in m’n buik. Insuline komt in mijn bloedbaan en ik voel me na enige tijd direct al wat beter.De maanden daarna gaat alles in een soort droom aan me voorbij. Elke dag vier keer prikken, kortwerkende insuline, langwerkende insuline, hypo’s, hypers, dextro, pennaalden, glucosemeters … ik neem alles in me op en ben me er nog steeds niet geheel van bewust wat dit nou betekent voor de rest van mijn leven, maar het belangrijkste voor mij is dat ik weer lekker kan voetballen.
Ik moest gedwongen een aantal weken stoppen om de diabetes onder controle te krijgen. Het moment dat ik weer op het veld stond is een hele mooie herinnering. We wonnen, pakten een periodetitel en ik bekroonde mijn inzet door de enige goal uit (wederom) een penalty te scoren.Afbeelding: Danny (in het midden) wint de periode-titel
Terugkijkend op de jaren hiervoor kan ik de diabetes al terugleiden naar de tijd waarin ik een jaar of 6 was. Ik was vaak aan het voetballen op een pleintje buiten of een veldje ergens in de buurt. Meerdere malen voelde ik me flauw, om vervolgens thuis “Ff wat te eten” en lekker een paar boterhammen, een gevulde koek of een groot glas cola naar binnen te werken. Er is nog gedacht aan allergie voor mayonaise of pindakaas. Daarvoor ben ik tot 2x toe getest in het ziekenhuis maar er was geen resultaat. Op die momenten is mijn bloedsuiker ook getest maar precies toen waren de waardes niet afwijkend.
Gaandeweg had ik vaak suiker of eten nodig omdat het flauwtjes voelen met enige regelmaat terugkwam. Ik heb altijd gedacht dat dit door mijn levensstijl kwam: veel feesten, alcohol, roken en ongezond eten. Achteraf is dit allemaal terug te leiden naar de diabetes.Ik ben inmiddels al bijna 10 jaar diabeet, heb levensstijl enigszins veranderd en ben nog altijd 3x in de week op het voetbalveld te vinden. Ik heb de diabetes, op enkele foutjes na (3x in 10 jaar een ernstige hypo valt mee, toch?), goed onder controle. Het is onderdeel geworden van mijn leven, mijn vriendin, mijn familie en ook van mijn vrienden. Iedereen weet ervan en weet hoe ze moeten reageren als ik een foutje maak. Dat is wel zo geruststellend, al blijft een kater een kater en helaas is daar, naast drinken met mate, weinig aan te doen 😉
Over de schrijver:
Danny (1986) is werkzaam als UX/CX specialist in Den Haag. Hij geniet van de mooie dingen in het leven en geniet het meeste van een mooie pot voetbal. Hij voetbalt zelf al ruim 25 jaar bij DSV Full Speed in Delft. Dit zelfbenoemd freelance nachtmens houdt van een feestje en bezoekt graag festivals. Danny heeft type 1 diabetes sinds zijn 19e, gebruikt de Freestyle Libre (“ik ben bevoorrecht met volledige vergoeding van mijn zorgverzekeraar”) en gebruikt geen pomp maar spuit.