Een ode aan mijn dvk! – Column Romy

Al bijna twaalf jaar heb ik dezelfde diabetesverpleegkundige. Wat een topvrouw is dat! Wanneer ik bij haar kom, is het altijd warm en vertrouwd.
We hebben het uiteraard veel over diabetes, maar ik kan ook met alle andere dingen bij haar terecht. Dat is zo fijn! Ik voel dat ze oprecht is, dat ik haar kan vertrouwen en dat ze er altijd voor me is. Soms praten we over serieuze dingen en een andere keer hebben we vooral heel veel lol samen. Die fijne band maakt de ziekenhuisbezoekjes een stuk minder zwaar (en soms zelfs een beetje leuk)!
Gisteren hadden we weer een afspraak. Ik liep met haar mee naar haar kamer en ging zitten. Ze keek een beetje bedroefd en zei: “Ik ga je iets vertellen wat ik niet leuk vind. Ik ga stoppen met de volwassenenpoli en moet dus afscheid van je nemen.”
Boem! Die kwam aan..
Ik zei “Oh, dat is niet zo leuk”, slikte een paar keer en kon toen echt mijn tranen niet meer inhouden. Jeetje, wat ga ik deze geweldige vrouw missen! Wat hebben we een mooie en bijzondere band opgebouwd samen.
Sinds de Nationale Diabetes Challenge 2016 is onze band nog sterker geworden dan hij al was. Met de challenge van 2017 heb ik veel geholpen en dus erg veel contact met haar gehad. Ze vroeg me aan het begin van de challenge of ik een presentatie wilde geven aan een nieuwe groep mensen in het ziekenhuis. Een presentatie om ze te overtuigen ook mee te gaan doen met de challenge. Spannend… heel spannend… en zeker niets voor mij!
Ik heb uiteindelijk een film gemaakt en een aantal woorden gezegd. Als afsluiting hebben we gezamenlijk het vliegerlied gedanst, die als warming up bij de challenge wordt gedaan. Het was spannend, maar zeker een succes. Het was eigenlijk gewoon super leuk! Het allerleukste was het trotse gezicht van mijn diabetesverpleegkundige. Ze was ontroerd, dat zag ik, en dat deed me goed.
Nu moet ik afscheid van haar nemen. We hebben samen gekozen voor een andere diabetesverpleegkundige, die ongetwijfeld ook erg goed zal zijn. “Nou, tot ziens dan maar.” En daar ging ik, toch wel een beetje van slag, richting de hal van het ziekenhuis. Al snel kreeg ik een berichtje van haar: “Hier zag ik dus tegenop. Sorry.“ Ik appte terug dat ik even aan het bijkomen was in de hal van het ziekenhuis. Na twee minuten kwam ze aangelopen. “Ik kom even bij je zitten.”
We hebben gehuild en bij elkaar gezeten zonder iets te zeggen. Zij in haar ziekenhuisoutfit, ik met mijn jas al aan. Het zal er best apart uit hebben gezien. Vervolgens hebben we nog een kop koffie gedronken en een koek gegeten om de hypo, die ook nog even om de hoek kwam kijken, weg te eten. “We houden contact.” Ja, dat houden we zeker.
Ik blijf het bijzonder vinden dat ik zo’n speciale en hechte band met haar heb opgebouwd. Het feit dat ze de tijd nam om nog even bij me te komen zitten, bevestigde dit weer. ”Had je geen afspraken meer na mij?”, vroeg ik haar. ”Nee, ik dacht: na deze afspraak moet ik maar geen andere meer inplannen’, antwoordde zij. Deze vrouw ga ik nooit meer vergeten en ik zal haar eeuwig dankbaar zijn.