Naar de inhoud springen

Een boodschap aan de diabetesdiëtist – Column Anne

Ik eet graag ongezond. Mijn favoriet is het koolhydraatrijk dieet. Vooral de door mij hooggeprezen hazelnootschuimtaartjes gaan er goed in.

Maar ook bananensoezen, roze koeken, tompouces, en échte Maastrichtse vlaai (het liefste op een gezellig terrasje, met vrienden) toveren lachjes op mijn gezicht. Gelukkig kan dat allemaal als je diabetes hebt. Het heeft natuurlijk gevolgen voor de getalletjes die ik op mijn bloedsuikermeter zie, maar het kan en mag. Er zijn nooit mensen geweest die zich bezig hebben gehouden met mijn eetpatroon, behalve, juist … de diëtist.

Toen ik voor de allereerste keer op de poli diëtetiek kwam voelde ik me vet (oké, flauw grapje) ongemakkelijk. Met al die brochures over de schijf van vijf, posters over ‘gezond eten’ en flyers van veel te vrolijke vrouwen die een banaan vasthouden, kreeg ik een beetje het gevoel alsof ik iets verkeerd deed. Een beetje alsof ik mijn eigen ongezondheid voed door mijn Maastrichtse terrasbezoekjes. Alsof het mijn eigen schuld is dat mijn bloedsuikers soms net de Mount Everest voorstellen. Ik vond het ook spannend om eetdagboeken in te leveren (waar uiteraard te veel stukken vlaai op stonden). De functie van de disciplinerende foldertjes en posters begreep ik wel, maar eigenlijk had ik liever een grote poster neergehangen met: ‘’TYPE 1 DIABETES? EET VOORAL WAT JE ZELF WIL!’’

De allereerste keer vond ik het diëtistenbezoekje erg nuttig. Sterker nog: het was een giga opluchting, want ik kreeg eindelijk een koolhydraat-insuline ratio. Dat hielp me vooral doordat ik roze koeken kon eten, en tegelijkertijd ervoor kon zorgen dat die Mount Everest veranderde in een schattig heuveltje. Mijn koolhydraatrijk dieet werd wat minder schadelijk.

Toch begon ik in de bezoekjes daarna een veelgehoorde uitspraak te herkennen: ‘’De diëtist bezoeken is zo nutteloos!’’. Ik heb me verschillende keren serieus afgevraagd wat ik tussen de schijf-van-vijf-posters en bananenflyers zat te doen. Ik snapte hoe ik koolhydraten moest tellen, deed dat ook heel braaf, en verder ging alles zijn gangetje. Het kantoor van de diëtist liep ik binnen om te vertellen dat alles lukte. Verder maakten we er een gezellig babbeltje van, en weg was ik. Tot zover mijn ervaring met de diabetesdiëtist.

Ik weet dat ik niet de enige ben die diëtisten bezoeken eigenlijk een beetje nutteloos vind. Ik hoor het veel te vaak. Soms ligt dat misschien aan het feit dat diëtistenbezoekjes gewoon echt niet nodig zijn, omdat je alle kennis en alle tools voor het managen van type 1 diabetes en voeding in je toolbox hebt zitten, maar soms ligt het misschien ook aan het feit dat de diëtist niet helemaal bij je past of omdat jullie gewoon niet op één lijn zitten. Zo ken ik diëtisten die anti-koolhydraten zijn bij alle vormen van diabetes, maar ik ken er ook een die gezegd heeft dat ik vooral geen koolhydraatarm brood moet gaan eten (‘’nergens voor nodig’’).

Veel mensen met type 1 diabetes hebben een karaktertrekje dat het er ook niet makkelijk op maakt: we zijn eigenwijsjes. We weten het zelf beter. De één gelooft heilig in zijn of haar koolhydraatarm dieet, de ander spuit of bolust ruim een half uur voor het eten, sommigen bolussen voor blokjes kaas of eieren en een groot aantal diëtisten vindt dat gevaarlijk, niet nodig of gewoon belachelijk.

En wij? Wij doen het lekker toch, want we weten het zelf beter. En als we het niet beter weten, dan hebben we internet, vrienden met diabetes of een hele community en een Facebookgroep (boordevol ervaringsdeskundige kennis, in plaats van kennis ‘uit de boekjes’).

Dus, beste diëtist, wat moet je doen voor een blije patiënt?

Richt je op die koolhydraat-insuline ratio’s, en op het eten van moeilijke dingen. Hoe ongezonder, hoe beter. Help me met het eten van chocoladetaartjes, frietjes, pizza’s en pannenkoeken. Zeg me wat ik kan doen als ik een avondje flink wil drinken, zonder te zeggen dat het niet mag. En als je merkt dat dat allemaal niet nodig is … stuur me dan maar gewoon naar huis, zonder nieuwe afspraak (en mét een e-mailadres voor vragen), want soms zijn al die ziekenhuisbezoekjes gewoon genoeg.

Dan ben ik een blije patiënt, en misschien ben jij dan een blije diëtist.

Disclaimer: niet gericht aan mijn eigen diëtist, die al een blije patiënt heeft. Ik wil graag ook nog even benadrukken dat diëtistenbezoekjes absoluut niet per definitie nutteloos zijn. Dat is natuurlijk per individu verschillend!