Boeken en baby’s – een interview met Loes Heijmans

Met op de achtergrond het geluid van klingelende kopjes en de geur van gemalen koffiebonen zoeken Loes Heijmans-Beek en ik een plekje in een hoekje van de Coffeelovers in Roermond. Héél toepasselijk: naast de tafel met kinderspeelgoed. Zij heeft muntthee en een behoorlijke zwangere buik. Ik een cappuccino en denk de komende 10 jaar nog niet na over kinderen, in tegenstelling tot Loes. Loes heeft er namelijk al één thuis rondlopen en de tweede is onderweg. Daar schreef ze bovendien een boek over: ‘doe mij maar diabetes… en een baby!’.
Loes (34) is geen onbekende in de diabeteswereld: ze schreef eerder al het boek ‘Doe mij maar diabetes’, geeft ook een (gelijknamige) lezing, maakt TV voor het Diabetes Fonds en ze is ambassadrice van Stichting ééndiabetes. Ze heeft zelf type 1 diabetes gekregen in haar studententijd, toen ze twintig was, en naast al haar inzet rondom diabetes is ze ook zelfstandig weddingplanner (zie: Fabuloes ). Vandaag zit ik aan tafel met Loes om te kletsen over haar boeken en baby’s… en natuurlijk diabetes.
Diabetes is kut!
Als ik haar vraag of ze diabetes in één woord kan omschrijven flapt ze het eruit alsof het vanzelfsprekend is: “kut!”. Loes heeft diabetes gekregen op haar twintigste en realiseert zich dus maar al te goed hoe het ‘vroeger’ was: gewoon kunnen eten. Ze vertelt: “Hoe je het ook wendt of keert, hoe positief je er ook mee omgaat… leven zonder diabetes is gewoon véél makkelijker. Ik denk vaak: kon ik maar één week, of desnoods één dag vakantie nemen van mijn diabetes!”.
Aan de andere kant vindt Loes dat één woord te weinig is om alles te omvatten: ‘Door mijn boek en mijn lezing heb ik veel mooie dingen meegemaakt en ook een hele positieve associatie met diabetes gekregen. Toch heeft dat meer te maken met de manier waarop je met diabetes omgaat, en niet met diabetes zelf. In de basis is het namelijk gewoon kut. Zéker met een zwangerschap erbij.”
Zwanger met diabetes: een fulltime baan?
Loes grinnikt en vertelt dat ze laatst nog een diabetesverpleegkundige hoorde vertellen dat zwanger zijn met diabetes een fulltime baan is. “Maar dat is een understatement. Diabetes is sowieso al een fulltime baan, of je nu zwanger bent of niet. Met een zwangerschap is het wel écht nog een stuk zwaarder.”
Perfectionisme en een grote focus op waardes zijn altijd al lastig geweest voor Loes: Ïk deed er alles aan om een goed HbA1c te hebben, maar mijn lijf werkte niet altijd mee, dus dat was altijd een flinke klus. Als je zwanger bent, ligt de druk extra hoog, omdat je het niet alleen voor jezelf doet maar ook voor je baby. Je draagt dan een hele grote verantwoordelijkheid en dat eist ook mentaal zijn tol.”
Niet kunnen genieten
Als ik haar vraag of ze het gevoel heeft minder te kunnen genieten van haar zwangerschap, beantwoordt Loes mijn vraag met een volmondige ja. Loes vertelt me dat een zwangerschap met type 1 diabetes hartstikke medisch is: “Je leeft van ziekenhuisafspraak naar ziekenhuisafspraak. Gedurende mijn eerste zwangerschap ben ik wel 35 keer in het ziekenhuis geweest. Dan is er geen lol meer aan, want bij élke afspraak wordt je met je neus op de feiten gedrukt: “Hoe zijn je waardes?”, “Kan het nog beter?”, “Kan het lijntje op de sensor nog strakker?”.
Soms hoort ze vriendinnen zeggen dat ze wel moet genieten van haar zwangerschap. Loes: “Dan denk ik: nouja… ik ben blij als de baby eruit is! Ik draag die grote verantwoordelijkheid liever niet. Nu ben ik de hele dag bezig met het bekijken van mijn sensor om te kijken of mijn bloedsuiker wel tussen de lijntjes blijft. Dat is niet echt genieten.”
Het ‘niet kunnen genieten’ door de medische rompslomp rondom een zwangerschap met diabetes is volgens Loes echt het allervervelendste. In het laatste trimester moest Loes de lijntjes van de sensor instellen tussen de 4 en de 7. “Het is niet te doen om je bloedglucosewaardes daartussen te houden. Ik kon het aantal alarmen niet meer bijhouden, maar had er vast en zeker elk uur eentje. ’s Nachts zette ik de lijntjes stiekem wel eens wat minder strak, omdat ik dan tenminste een beetje kon slapen. Het voelde dan alsof ik heel slecht bezig was.”
Een zwangerschap als medische rompslomp
Ik verbaas me over de grote hoeveelheid zorgverleners die de revue passeren: veel gynaecoloogbezoekjes, de reguliere bezoeken bij de diabetesverpleegkundige en internist, de oogarts, omdat plotseling stabiele waardes je ogen kunnen beschadigen, de verloskundige in het ziekenhuis en een verloskundige buiten het ziekenhuis voor de nazorg.
Vooral aan het einde van de zwangerschap is de zorg volgens Loes erg intensief: “Toen moest ik twee of drie keer per week naar het ziekenhuis om een half uur aan de CTG-scanner te liggen. Ze maakten dan een hartfilmpje van de baby. Al met al zijn het nogal wat ziekenhuisbezoekjes!”.
Boeken en baby’s
In haar eerste boek beschrijft Loes haar leven van de dag van haar diagnose tot 10 jaar daarna. Op de dag van de boeklancering was ze zes weken zwanger, maar dat wist toen nog niemand. Loes had nooit gedacht nog een keer een boek te schrijven: “Maar ja… toen ik eenmaal zwanger was, bleek dat die zwangerschap toch genoeg stof bood om nóg een boek vol te schrijven. Het boek beschrijft de hele zwangerschap per week, de bevalling en het eerste jaar als moeder met diabetes.”
Loes vertelt waar haar motivatie voor het nieuwe boek vandaan komt: “Zelf had ik heel graag zo’n boek gelezen voor ik zwanger werd. Je weet anders totaal niet wat je te wachten staat. Ik merk uit reacties van anderen dat het voor mensen met diabetes heel veel waard is om ervaringen van anderen te lezen waarin je jezelf herkent. Ik vind het bijzonder om te merken dat anderen iets aan mijn boeken hebben, dat het hen herkenning biedt of zelfs werkt als een soort verwerking.”
De eyeopener voor zorgverleners
Haar eigen gynaecoloog was één van de proeflezers: “Ik vond het best spannend om het manuscript aan haar te laten lezen, omdat er ook kritische dingen in staan die haar werk betreffen. Ik zei er ook bij: “Trek het je niet persoonlijk aan!”. Ze mailde me terug en vertelde dat ze het in één avond had uitgelezen met een lach en een traan en dat ze het iedere gynaecoloog zou aanbevelen.”
Het boek is dus zeker ook bedoeld voor zorgverleners, omdat Loes zelf merkt dat het begrip rondom type 1 diabetes niet altijd van hoog niveau is: “Ze zien me in het ziekenhuis tien minuutjes, vragen naar mijn waardes, waarna ik hartstikke verdrietig het ziekenhuis uitloop, omdat mijn bloedglucosewaardes niet voldoen aan het plaatje van ‘goede’ waardes dat zij in hun hoofd hebben. Zeker gynaecologen hebben daar wat minder verstand van en snappen niet dat bloedsuikers gewoon schommelen en uitschieten als je type 1 hebt. Daar liet ik me dan door beïnvloeden.”
Nu beseft Loes maar al te goed dat zorgverleners zich nooit écht kunnen beseffen hoe ‘wij’ ons voelen: “Dat kunnen we ze ook niet kwalijk nemen, maar door mijn boek kan ik een beetje laten zien hoe het is. Mijn gynaecoloog durft nu niet meer naar mijn waardes te vragen. In plaats daarvan vraagt ze: “Hoe gaat het met je?. Dat is een hele andere benadering.”

In gesprek
Loes heeft samen met een professionele sprekerscoach ook nog een lezing in elkaar gezet. Toen ze een aantal aanvragen kreeg om voor groepen haar verhaal te vertellen, kreeg ze daar zóveel energie van, omdat ze kwartjes in de zaal zag vallen, dat ze er méér mee wilde: “Vooral zorgverleners wil ik er echt de ogen mee openen. Ik wil laten zien wat er gebeurt nádat iemand de spreekkamer uitloopt. Ik wil zorgen dat zorgverleners niet meer naar patiënten kijken als cijfer, bloedsuiker of HbA1c, maar gewoon echt als mens.”
Dat haar lezingen ook echt wat losmaken, vindt ze het allermooiste: “Ik krijg na afloop veel vragen die zorgverleners normaal nooit aan hun eigen patiënten durven te stellen. Je merkt dan dat het mensen aan het denken zet en dat het publiek echt in de gaten krijgt hóe 24/7 diabetes is. Zorgverleners die 5 dagen in de week aan tafel zitten met diabetespatiënten denken dat ze weten hoe het is, maar uiteindelijk begrijp je het echt alleen als je het zelf hebt.” In haar eigen ziekenhuis hebben ze uiteindelijk naar aanleiding van het boek de visie voor de behandeling van diabetespatiënten aangepast. Ze geven patiënten nu meer de regie in eigen handen.
Geen plannen, maar dromen
Als ik Loes vraag of ze nog plannen heeft voor de toekomst moet ze lachen: “Ha! Je hebt hier te maken met een ondernemer, dus ik heb altijd plannen… maar ik noem het liever ‘dromen’. Ik zou het fantastisch vinden om mijn verhaal aan zoveel mogelijk mensen te vertellen, ook buiten Nederland, in het Engels. Het is immers universeel en er zijn veel mensen die er zeker weten wat aan kunnen hebben!”. ‘Iets doen’ met diabetes geeft Loes bovendien een positieve associatie met diabetes en ze vindt het fantastisch dat ze door het delen van haar verhaal, óók het verhaal van een boel anderen vertelt.
Misschien komt er ooit nog een boek, vertelt Loes: ‘Maar dan moet ik wel eerst weer een verhaal hebben. Ik gaf Eelco de Koning (internist-endocrinoloog en diabetesonderzoeker) laatst een boek en schreef daarin: “Keep up the good work, zodat ik weer een boek kan schrijven genaamd ‘Ooit had ik diabetes’!’’
Volg Loes op Instagram, Facebook of bekijk haar website!
Winnen?
We hebben van Loes een exemplaar van haar nieuwe boek ‘doe mij maar diabetes … en een baby!’ gekregen om te verloten. Wil jij er graag eentje hebben? Volg ‘doemijmaardiabetes’ op Instagram of Facebook en stuur een mail naar info@eendiabetes.nl onder vermelding van ‘diabetes en een baby’ en wie weet valt er binnenkort een exemplaar door je brievenbus!