Naar de inhoud springen

Mentale suikerdip – Suzanne

Er moet mij iets van het hart. Ik ben geen klager wat mijn diabetes betreft en meen het aardig onder controle te hebben, maar er zijn van die momenten dat ik er gewoon even helemaal klaar mee ben. Zeker op vakantie en in de weekenden, als alles relaxed en onbezonnen zou moeten zijn, heb ik er soms gewoon echt geen zin in. Dan baal ik zo ongelofelijk dat ik ‘het’ heb. Dat ik niet ‘gewoon’ gezond ben en kan doen waar ik zin in heb. Dat mensen altijd maar geacht worden rekening met mij te houden. Dat mijn lijf me zo in de steek laat, terwijl ik er toch best goed voor zorg.

En ja hoor, halverwege onze vakantie in Oostenrijk gebeurde het: ik was al doodmoe en chagrijnig van de vele hypo’s en hypers en toen ik al de halve dag met een totaal gebrek aan energie door de bergen liep te ploeteren, barstte ik uit in een enorm tranendal. Niet omdat ik nou zo verdrietig was, maar uit pure frustratie en machteloosheid. Want waarom reageert mijn lijf niet zoals ik zou verwachten en waarom lijk ik het toch nooit goed te kunnen doen?! Waarom moet ik eten als ik geen honger heb en moet ik juist alles laten staan als ik toevallig op een feestje ben?

Ik heb een heel lieve man die mij op zulke momenten probeert op te beuren, maar daar komt de volgende frustratie om de hoek te kijken. Ik denk namelijk niet dat iemand die kerngezond is ooit helemaal kan begrijpen hoe het is om chronisch ziek te zijn, hoe hard al die lieve mensen om ons heen hun best ook doen. Om continu geconfronteerd te worden met je eigen beperkingen en angsten. En de frustraties en gevoelens van machteloosheid en soms ook hulpeloosheid.

Bij thuiskomst besloot ik dat het misschien goed zou zijn om met iemand in gesprek te gaan over de manier waarop ik met mijn diabetes om ga. Want ben ik niet veel te streng voor mezelf? Leg ik de lat niet veel te hoog? En moet ik niet leren om er meer berusting in te vinden? Vorige week had ik een heel fijn en verhelderd gesprek met diabetescoach en ervaringsdeskundige Irene (van Fit with diabetes). Conclusie: ik wil wat ik nooit zal krijgen; namelijk de bloedsuikerwaardes van iemand die géén diabetes heeft.

Daar komt nog eens bij dat ik sinds de geboorte van onze dochter een behoorlijke angst voor complicaties heb ontwikkeld. Bij iedere te hoge waarde, ben ik bang dat ik er later misschien wel iets aan overhoud en dat ik daardoor niet meer de moeder kan zijn die ik voor haar zo graag wíl zijn. Ingewikkelde vraagstukken, waar ik geregeld wakker van lig. En zo komt het dat ik een verwijzing voor een (diabetes)psycholoog heb gevraagd, die mij hopelijk het gevoel kan geven weer zelf ‘in control’ te zijn en mij kan leren tevreden te zijn met alles wat ik op diabetesgebied wél goed doe. Succes voor de beste mevrouw; ik ben geen makkelijke cliënt vrees ik … Wordt vervolgd!