Naar de inhoud springen

De hoogslaper – Sanne

Ik slaap sinds kort in een hoogslaper. Zo’n bed op ongeveer 1,5 meter hoogte, met een laddertje eraan vast en een bureau eronder. Gaat bij de Ikea waarschijnlijk onder de naam Høgsløper en gezien het formaat houd je zo’n 26 schroefjes en drie plankjes over en kom je één deurknop en twee metalen balkjes tekort bij het in elkaar zetten.

Heeft wel iets weg van een stapelbed, maar dan ook weer net niet. En alhoewel het een soort kinderdroom is die uitkomt (ik mis alleen de glijbaan vanuit het bed en het tentje eroverheen), is slapen in een hoogslaper mét diabetes toch een hele uitdaging.

Het was niet geheel vrijwillig, die hoogslaper: ik studeer een semester in Turkije (hartstikke leuk verder) en daar is het gebruikelijk dat je met zo’n drie studenten op één slaapkamer slaapt. Die intensieve studentenhouderij is alleen mogelijk door de hoogte in te werken en daarom is elke slaapkamer uitgerust met een stapelbed en een hoogslaper. Als uitwisselingsstudent was ik als eerste op de kamer en koos daarom voor het laatste drupje privacy: met die hoogslaper had ik toch nog een soort van eigen eilandje. Dat leek een heel goed idee.

Dat was het niet. De hoogslaper heeft namelijk geen nachtkastje. Geen nachtkastje betekent geen plek voor dextro, waterflesjes, meter en aanverwante diabeteszooi. Dit was op te lossen door een soort takelsysteem te creeëren met een linnen tasje aan de zijkant van het bed. Kon ik dan verder ongestoord gaan slapen? Nee (maar kan dat überhaupt wel eens met diabetes?). Uitdaging twee diende zich namelijk snel aan: een te hoge bloedglucosewaarde.

Met mijn motorische vaardigheden (of eerder het gebrek daaraan) betekent dat het volgende: rechtop zitten, hoofd stoten tegen TL-verlichting, au roepen, rommelrommel naar de uitgang van het bed kruipen/tijgeren, boemboemboem van trappetje afschuiven (waarbij mijn sensor van mijn onderrug werd afgetrokken), tegen stapelbed aan andere kant slaapkamer aan lopen op weg naar de deur, naar wc en dan weer boemboemboemrommelrommel hoogslaper in. Dat herhaalt zich een keer of drie. Hypo’s gaan ongeveer hetzelfde: pieppieppiep van de pomp, rommelrommel naar het voeteneinde, bedenken dat je een vernuftig takelsysteem had gemaakt (of niet en alsnog de helse tocht het bed uit maken), rommelrommel terug, luidruchtig tasje optakelen, binnensmonds vloeken omdat de rol dextro niet open wil etc.

Complicerende factor in dit proces zijn de kamergenootjes voor wie je moet proberen zo min mogelijk lawaai te maken. Dat zijn twee Turkse meisjes, van wie er eentje Engels spreekt en een vriendinnetje heeft met T1D dus die meteen snapte wat er aan de hand was en eentje die geen Engels spreekt en dus tot op heden niet weet waarom dat gekke Nederlandse meisje zo ontiegelijk veel lawaai maakt ’s nachts. Zij zijn de bewoners van het stapelbed waar ik met een hypo of hyper tegenaan loop, die wakker worden van alle pompalarmen waar ik zelf doorheen slaap (oefening baart kunst) en die me twijfelend aankeken toen ik de bewoner van het bovenste stapelbed aanspoorde ook een vernuftig takelsysteem te maken. En hoe voorzichtig ik ook doe, het lukt gewoon niet de hoogslaper te verlaten zonder veel bombarie. Tel daar een hypo of hyper bij op en je hebt het recept voor een prachtig concert van harde geluiden.

Maar ach, de kamergenootjes zijn over een maand of vier weer van me af. En dan kruip ik gewoon weer in een bed van normale hoogte. Mét nachtkastje.