Naar de inhoud springen

Openheid over ‘ziek’ zijn – Anne

Als ik zeg dat ik stukjes schrijf over diabetes kijken mensen wel eens stomverbaasd op. Schrijven over een ziekte klinkt een beetje gek, want het is immers niet iets om trots op te zijn.

Het is niet per se een ‘leuk’ onderwerp, en we praten natuurlijk het liefst allemaal over leuke dingen: vakanties, feestjes, diploma’s en uitjes. Toegegeven… die onderwerpen zijn veel gezelliger, maar vooral veiliger.

De beslissing om zo open over diabetes én de verhaaltjes die ik erover schrijf te zijn, heb ik echt niet heel snel en makkelijk gemaakt. Er is namelijk één ding waar ik bang voor ben. Iets wat ik nog nooit van iemand heb teruggehoord, maar waar ik me toch geregeld zorgen om maak. Ik ben bang dat anderen vinden dat ik me aanstel, dat ik mijn diabetes ‘te groot’ maak. Dat ik zeur en dat ik zielig doe. Dat ik er teveel over praat. Dat het niet sociaal geaccepteerd is om zo ‘openbaar’ ziek te zijn.

En terwijl ik dat zo schrijf, merk ik hoe intens stom ik dat vind. Ik verstop diabetes niet. Ik spuit, meet, prik, zeur en denk hardop in het openbaar, maar tegelijkertijd ben ik bang dat anderen daar iets van vinden. Ik deel mijn eigen columns bijvoorbeeld maar zelden op Facebook, omdat ik bang ben om vrienden en familie te overladen met diabetes, en dat wil ik niet. Ik wil ze niet lastigvallen en voor hen ook gewoon een leuke, gezellige, gezonde vriendin zijn en me bezighouden met dingen waar alle andere mensen zich ook mee bezighouden.

Toch doe ik het. Ik schrijf al bijna drie jaar stukjes over diabetes en dat heeft één grote reden: het is mijn uitlaatklep. Dé plek waar ik frustraties, zorgen en blijdschap kwijt kan. Want hoe je het ook wendt of keert: type 1 is en blijft een hartstikke intensieve ziekte en daar mag, nee, daar móét over gepraat worden. Zodat het op een dag niet meer nodig is om je af te vragen of je niet te zeurderig en zielig doet, als je zegt dat je ziek bent. Zodat praten over ziek zijn op een dag net zo normaal is als praten over je vakantie.