Waarom je juist op reis zou moeten met T1D

Al vanaf de start van mijn studie roep ik dat ik mijn minor in het buitenland wilde doen. Inmiddels ben ik weer terug na een zomerschool in Beijing en een fantastisch semester in Istanboel.
Ik was van tevoren wel een beetje bezorgd over het diabetesaspect van deze onderneming, maar dat is geheel goed gekomen. Daarom hier vijf redenen waarom je juist naar het buitenland zou moeten gaan als je type 1 diabetes hebt:
- Je maakt kennis met de bureaucratie van de zorg in een hele nieuwe context. Is vooral leuk als je een gezondheids-gerelateerde studie volgt. Namelijk: als je extra materiaal wil bestellen (in mijn geval voor zeven maanden), bel je eerst met je leverancier. Die zal je vervolgens vertellen dat ze voor maximaal zes maanden mogen leveren, maar aangezien je infusiesets en reservoirs onbeperkt mag aanvragen is dat geen probleem. Voor de teststrips echter heb je weer een machtiging nodig van de DVK. Reservepompen worden ook maar voor drie maanden uitgegeven, maar Turkije valt dan weer net buiten de service van de fabrikant. Dus je moet hem óf gewoon niet terugsturen óf riskeren dat je een deel van je tijd in het buitenland moet spuiten.
- Je ontdekt hoe fantastisch de diabetescommunity is. Alles kan namelijk kapot. En dat wilden mijn pomp, de transmitter van de sensor en de sensorinserter graag bewijzen. Van de eerste twee had ik een reserve mee, van de laatste niet. De fabrikant in Nederland wilde me niet helpen (ze verstuurden niet naar Turkije en hadden ook geen contact met het zusterbedrijf in Turkije). Mijn Turkse vaardigheden reikten op dat moment niet verder dan eten bestellen (prioriteiten hé), dus zelf bellen ging niet lukken. Een Facebookberichtje naar een Turkse diabetesblogger deed wonderen. Twee dagen later had ik de inserter in huis, met nog een uiterst vriendelijk mailtje van de fabrikant of alles goed was aangekomen en een nummer van een Engelstalig persoon bij het bedrijf voor als ik nog iets nodig had. Misschien kan de service voortaan ook zo in Nederland?
- Alhoewel ik al braakneigingen krijg bij het woord “dextro”, ontdek je pas hoe praktisch het is als je er geen toegang meer toe hebt. Snoepjes en sapjes zijn prima alternatieven, maar als je net aan het sporten bent, zijn een paar dextro’s toch wat handiger dan een beker jus d’orange (lees: steken als je gaat rennen).
- Je leert het los te laten. Waar ik normaal toch best perfectionistisch ben als het aankomt op diabetes, was dat zo ongeveer onmogelijk. Ik had geen idee wat er in het eten zat, ik was veel meer in beweging dan thuis en ik kreeg aanzienlijk minder slaap dan thuis. De combinatie hiervan maakt het onmogelijk controle te hebben. In het begin was dat frustrerend (want wat thuis werkt, werkt opeens niet meer), maar later was het eigenlijk wel fijn: ik kon er toch niets aan doen en dat maakte het makkelijker om los te laten. En met dat loslaten valt er toch een grote last van je schouders af.
- Als je dacht dat correct bolussen voor pizza en pannenkoeken een kick gaf, probeer dan eens correct te bolussen voor gerechten waarvan je de naam niet eens kan uitspreken. Dat maakt toch gewoon je hele avond goed?