Naar de inhoud springen

Rampscenario’s en de internist – Sanne

De ruimte om me heen was gevuld met grijze koppen. Ik scande de ruimte op mensen waar ik misschien vorige week nog steunkousen bij had aangetrokken, of had ondersteund bij het douchen, maar (gelukkig) zag ik geen bekende gezichten.

Het had zomaar gekund trouwens. Ik zag het al helemaal voor me (“Hé meisje, wat doe jij nou hier? Stage aan het lopen? Met een andere cliënt mee?” “ Nee ik kom hier voor mezelf” “Jij? Maar je bent jong en gezond. Moet je lekker van genieten! Kwaaltjes komen later wel.” ). Nee, dat rampscenario kwam niet uit. Toen bleven er nog maar 47 andere rampscenarios in mijn hoofd over, met op nummer één het verliezen van mijn sensor.

Ik zal even toelichten hoe ik in deze situatie beland was. Omdat ik met mijn 20 jaar nu écht te oud ben voor de kindergeneeskunde had ik vandaag mijn eerste afspraak bij een internist. Omdat ik van meerdere mensen had gehoord dat ze hun sensor moesten inleveren bij de overstap naar de internist, was ik al drie weken zenuwachtig, at en sliep minder dan normaal (ik was zelfs een kilo afgevallen) en was constant bezig met de afspraak. Begrijp me niet verkeerd, ik ben normaal heel optimistisch ingesteld, maar het idee van het verliezen van de sensor maakte dat mijn gedachtes grijs werden en rampscenario’s in mijn hoofd uitrolden. Toen het vandaag zo ver was kreeg ik geen hap door mijn keel en de hypopreventie kwam meerdere keren bijna naar boven. Anne heeft nog een half uur met me aan de telefoon gehangen om moed in te praten en van meerdere vrienden kreeg ik appjes met succeswensen. De sensor is namelijk mijn reddende engel geweest (zie het blog over de superheldsensor) en ik weet niet hoe ik verder zou moeten zonder.  

Nadat ik mij had aangemeld kwam rampscenario drie. Waar zou ik gaan zitten zodat ik snel naar de prullenbak kon rennen en niet meteen de hele wachtkamer van de polikliniek Interne Geneeskunde onder zou spugen? Na het vinden van een plekje (aan tafel om op te tikken met mijn vingers om de zenuwen te verminderen en eventueel op voorover te leunen als het niet meer zou gaan, genoeg uit het zicht om de yogaoefeningen die iemand per Whatsapp doorstuurde uit te voeren) diende rampscenario vier zich aan: de supervisor van de verpleegafdeling interne geneeskunde van hetzelfde ziekenhuis, waar ik een niet zo leuke stage had gelopen (veel hypo’s, weinig begrip en gemene verpleegkundigen), wandelde voorbij. Rampscenario vijf kwam na een tijdje: de internist riep me naar binnen. Omdat ik nog steeds aan het trillen was van de spanning gooide ik mijn stoel om en viel alles uit mijn handen. Eenmaal binnen kwamen we weer terug bij rampscenario één: de sensor.

“Ik snap je, maar ik zal het moeten overleggen in het MDO.” Dat was de reactie op mijn stotterende poging om uit te leggen hoe belangrijk de sensor voor me is. Geen ja, maar ook geen nee. En ondanks dat rampscenario één nu nog een paar weken relevant blijft gaf het wel rust. We gaan gewoon heel hard duimen. En anders is een insulinestaking ook altijd nog een optie.