Naar de inhoud springen

Het diabetesschuldgevoel – Sanne

Hoe je het ook wendt of keert, diabetes is een rotziekte waar niemand om heeft gevraagd. En alhoewel de slogan in diabetesland “met type 1 diabetes kun je alles” luidt, ondervind je toch dagelijks last van diabetes. Die combinatie zorgt bij mij vaak voor een soort schuldgevoel.

Zo heb je met type 1 diabetes recht op verlenging bij toetsen en tentamens. Mensen om mij heen vinden vaak dat dat onzin is, immers doe ik niet per se langer over tentamens en mag ik het ook gebruiken als ik géén hypo heb. En soms vraag ik me af of ze niet gelijk hebben. Of het inderdaad niet oneerlijk is dat ik verlenging heb, aangezien dat lang niet altijd medisch noodzakelijk is. Anderzijds betekent een stabiele bloedglucose tijdens een tentamen niet dat mijn concentratie optimaal is. Een week met veel koppige hypers, een nachtelijke hypo of een hele nacht boven de 12 te hebben gezeten, zorgt ook voor verminderd denkvermogen. Onzichtbaar, maar wel bijzonder vervelend.

Dan het volgende. Nu ik het einde van mijn bachelor nader, wordt het tijd om na te denken over de co-schappen. Vanwege mijn diabetes heb ik een registratie ‘functiebeperking’ wat betekent dat ik recht heb op een zogenoemde ‘dichtbijverklaring’. Dit zorgt ervoor dat je minder reistijd naar je stageplekken toe hebt, waardoor de dagen minder lang zijn. Toch knaagt ook hier weer iets. Is diabetes wel ‘erg’ genoeg voor een dergelijke regeling? Moet ik me gewoon niet zo aanstellen en net als anderen twee uur onderweg zijn naar sommige stageplekken? Aan de andere kant: ik ben toch sneller vermoeid dan vóór diabetes diabetes kreeg en merk dat kleine schommelingen soms enorme vermoeidheid kunnen uitlokken. Ook hier maakt de onzichtbaarheid het toch wel lastig.

Of wat dacht je van een nacht met flinke schommelingen, waardoor je het écht niet kunt opbrengen om om 7.30 uur te beginnen met (fysiek zwaar) werk. Dan meld ik me toch liever ziek vanwege ‘een griepje’ dan dat ik de waarheid vertel. Uit angst dat men vindt dat ik mij aanstel, want zo erg is diabetes immers niet?

Ook zo’n leuk voorbeeld: ik zou me nooit durven aanmelden voor een leuke activiteit om ‘jongeren met een chronische ziekte een leuke dag te bezorgen’, tenzij type 1 diabetes als specifiek voorbeeld wordt genoemd. Want ook dan voelt het alsof mijn problemen niet ‘echt’ en niet ‘erg’ genoeg zijn.

En eigenlijk is het ook niet gek. Over het algemeen huppel ik door het leven en weet prima door de soms vervelende delen van diabetes heen te bijten. Daarom kan ik het me goed voorstellen dat mensen het idee hebben dat het ‘maar’ diabetes is. Het gevolg is dat je het vanzelf gaat geloven als men maar vaak genoeg tegen je zegt dat je je niet moet aanstellen, of dat het onzin is dat je gebruik mag maken van speciale regelingen. Toch kan alleen jij bepalen wat je wel en niet nodig hebt. Want het blijft een nare aandoening die, ondanks dat het je niet hoeft te belemmeren, wel degelijk een grote impact kan hebben.