Naar de inhoud springen

Werken met diabetes – Aniek

Toen ik de diagnose diabetes kreeg, was ik net afgestudeerd en op zoek naar mijn eerste baan. Naast het wennen aan diabetes en het burgerleven met een baan, moest ik ook even mijn weg vinden in de combinatie van diabetes en werken. Daarbij kwamen een hoop vragen en een aantal issues om de hoek kijken.

Wanneer zeg ik dat ik diabetes heb? 

Hier liep ik tijdens de sollicitaties tegenaan. Moet ik dit van tevoren zeggen (en zo ja, wanneer dan?) of zeg ik er helemaal niets over? En wat zijn de gevolgen hiervan? Ik lees vaker dat andere mensen hier ook tegenaan lopen en er zijn meerdere opties. Voor alle keuzes is wat te zeggen, maar volgens mij ligt het aan de situatie. Toen ik het met een vriendin erover had zei zij: “Mensen met een extreme pinda-allergie zeggen dat waarschijnlijk ook niet bij hun sollicitatiegesprekken”. En daar zit natuurlijk wel een kern van waarheid in, maar diabetes en een pinda-allergie zijn niet hetzelfde. Voor mij was door deze vergelijking de keuze een stuk duidelijker. Ik vond dat het hebben van diabetes mijn geschiktheid als kandidaat niet beïnvloedde (wat afhankelijk is van de baan waarvoor je solliciteert). Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om het aan mijn directe collega’s te vertellen op mijn eerste werkdag.

Prikken en spuiten out in the open?

Dit vond ik in het begin lastig. We lunchen met z’n allen samen en toen ik begon met werken, spoot ik nog met insulinepennen. Ik vond het in het begin lastig om te besluiten of ik ging prikken en spuiten waar de rest bij was of dat ik dat op de wc zou doen. Uiteindelijk liet ik het maar afhangen van de situatie. Prikken doe ik meestal waar anderen bij zijn, maar soms voelde ik me niet zo prettig bij de situatie om mijn t-shirt omhoog te trekken en een naald in mijn buik te jassen. Nu ik een pomp heb, is dat probleem opgelost. Ik kan nu insuline geven zonder dat iemand het merkt! En prikken doe ik gewoon nog steeds ‘out in the open’.

Innovatie voor diabetes

Ik werk bij een bedrijf dat subsidieaanvragen schrijft voor innovatieve ontwikkelingen of onderzoek in de life sciences. Hierbij speelt gezondheid en dus diabetes ook een grote rol. We hebben regelmatig nieuwe innovatieve projecten rondom diabetes en dan ben ik wel eens ‘patiëntenpanel’. Het gaat dan om nadenken over hoe deze innovatie een oplossing kan bieden voor een groep diabetespatiënten. Dat vind ik dus superleuk!

Maar het kan soms ook confronterend zijn, om te lezen hoe groot de kans op complicaties is en hoeveel mensen diabetes hebben of welke problemen er voornamelijk spelen. Aan de andere kant is het ook weer heel fijn om te zien dat er zoveel aandacht voor is, vanuit nieuwe ontwikkelingen en innovaties.

Hoeveel informatie deel je met je collega’s?

In het algemeen ben ik erg open over het hebben van diabetes. Ik denk ook bijna dat het niet anders kan, met alle ziekenhuisbezoekjes, prikmomenten, hypo’s en af en toe frustraties. Ik vind het niet erg om erover te praten en vragen te beantwoorden van geïnteresseerde collega’s. Doordat we veel met medische projecten werken, weten de meeste ook waar ze het over hebben als ze me vragen stellen.

Maar sommige dingen wil je ook niet altijd delen. Ik was zelf bang dat ik te vaak erover praatte, te veel klaagde of te veel zelfmedelijden had. Aan de andere kant had ik pas een half jaar diabetes toen ik begon met werken, dus ik was zelf ook nog vanalles aan het leren en mijn lichaam aan het leren kennen. Ik had ook enorm veel om over te vertellen. Inmiddels heb ik een prettige balans gevonden en heb ik een aantal mensen met wie ik meer over mezelf praat, en dus ook over de invloed van diabetes op mijn leven.

Aan jezelf denken

Ik heb ook geleerd dat ik (op het werk, maar ook daarbuiten) soms moet aangeven, dat ik even tijd nodig heb. Tijd om iets te eten, om even te prikken of nu even niets kan doen en moet blijven zitten. Voor andere mensen kan het lastig zijn om hier rekening mee te houden. Als je niet weet hoe het is om diabetes te hebben, kun je (met de beste bedoelingen) soms iets over het hoofd zien. En hierin mijn grenzen aangeven, heb ik echt moeten leren. Als voorbeeld: lunch is voor mij heilig en daar kan ik niet vanaf wijken, hoe druk het ook is. Als iemand dan tussen 12 en 13 een afspraak plant, komt mijn planning in de war. Nu heb ik me aangeleerd om daar dan een ander tijdstip voor te stellen. Andere voorbeelden: als mijn naaldje lekt, moet ik een nieuwe zetten en dat kan ook niet wachten. En als het heel erg warm is (lees: 35 graden), moet ik extra goed op mezelf letten.