Koningin kalmte | Anne

03-05-2016 | In de wachtkamer van de ‘wisselpoli’ liggen folders over drie thema’s: diabetes, stoma’s en incontinentie. Ik zit er te wachten op mijn eerste afspraak in het ziekenhuis, omdat ik een bezorgd telefoontje van de huisarts kreeg. Nog nooit van mijn leven heb ik zó gehoopt op diabetes. Als de verpleegkundige me uit de wachtkamer ophaalt en ik de spreekkamer binnenloop, roept ze: ‘’Kijk! Je blije doos staat al klaar!’’ Ik glimlach. Op het bureau staat een grote blauwe, kartonnen doos. Er ligt een papier op met in grote, blokkige letters: ‘Type 1 Diabetes’.
In de uren die volgen krijg ik een theoretische stoomcursus biologie en diëtetiek. En dan, als de verpleegkundige besluit dat ik mijn theorie examen met vlag en wimpel gehaald heb, gaan we door met het échte werk: prikken en spuiten. De verpleegkundige doet de naald op de spuit en geeft hem aan. Voorzichtig pak ik hem en ik kijk met een vragende blik haar kant op. ‘’Ja doe maar. Gewoon in je buik duwen’’ zegt ze. Ik kijk haar nog eens aan: ‘’Maar hoe dan? Snel of langzaam? Hoe hard moet ik duwen?’’ Ze zegt dat het niet zoveel uitmaakt en dat ik het na een paar keer zo in de vingers heb, dus ik doe het maar gewoon. Als een heuse dartpijl mik ik het ding in mijn vetweefsel, voor zover er nog vet zit. Ik druk op de knop, waardoor de insuline mijn lijf binnenstroomt. En ik voel … precies niks. Opgelucht haal ik adem: dit stelt niet zoveel voor. Dit kan ik wel!
Alles is overweldigend, maar ook onwijs interessant. Eigenlijk vind ik het cool om mezelf te leren spuiten. Ik vind het gaaf om te weten wat mijn bloedglucose is. Ik vind niets interessanter dan ziekenhuizen en ziek zijn. Ik krijg een enorme doos met nieuwe spullen mee naar huis. En dus zit ik daar nieuwsgierig, geïnteresseerd en opgewekt te luisteren. Ik ben koningin kalmte, in de uren na een chronische en grillige diagnose.
Dan schiet me iets te binnen: Ameland. Hét schoolkamp van het jaar waar ik al maanden naar uitkijk, is volgende week. Ik zit in de muziekgroep en in de kookgroep en ben al een aantal maanden bezig met de voorbereidingen. Ik ben dan wel ineens ‘ziek’ volgens de zorgverleners hier, maar ik voel me prima en moet en zal naar Ameland. Voor de zekerheid maak ik er toch maar even een mededeling van: ‘’Volgende week ga ik wel naar Ameland. Dat komt wel goed.’’ …
”Toch?”
Er valt een ijzige stilte. De verpleegkundige kijkt me aan met een bezorgde blik: ‘’Ik weet niet of dat …’’ En dan onderbreekt mijn moeder haar: ‘’Jij blijft maar lekker thuis komende week!’’ Ik kijk ze stomverbaasd aan en probeer ze nog om te praten. Ik zeg dat ik me goed voel. Ik vraag. Ik smeek. Ik doe een schietgebedje. Maar het is tevergeefs: ik mag niet mee. Weg koningin kalmte. De tranen rollen over mijn wangen. Die levenslange prikken en spuiten schelen me geen moer, maar het áller-áller-állerergste is dat schoolkamp.
01-02-2020 | Ik ben dankzij diabetes nooit op Ameland geweest. Ik ben dankzij diabetes wél in Parijs, Wenen, Dublin, Amsterdam, Lissabon en Berlijn geweest.