Diabetes & psyche | Eetproblemen

6.8 mmol/L, 100 gram yoghurt, 10 gram koolhydraten, 2 eenheden … getallen. Dag in, dag uit. Tellen. Rekenen. Schommelen en toch de controle proberen te houden. Type 1 diabetes is een rollercoaster en een eindeloze focus op getallen. Niet gek dus, dat eetproblemen vaker voorkomen bij mensen met type 1 diabetes. Eten en gewicht kan een middel worden om wél controle te houden in een wereld waar je heel veel dingen niet onder controle hebt. Het kan een manier zijn om negatieve emoties wat af te vlakken, maar kan, zeker in combinatie met type 1 diabetes, gevaarlijke vormen aannemen.
Wat is een eetprobleem of eetstoornis?
Het komt ontzettend veel voor dat mensen (met én zonder diabetes) worstelen met eten en hun gewicht. Er wordt gesproken van een eetstoornis op het moment dat het denken over eten en gewicht je leven op een negatieve manier sterk beïnvloedt. Dat is het overkoepelende kenmerk van alle eetstoornissen. Eetstoornissen komen meer voor bij vrouwen, maar kunnen ook bij mannen voorkomen. Het kan ook zijn dat je problemen hebt met eten die niet helemaal voldoen aan de criteria van een eetstoornis, maar die toch heel vervelend zijn. Ook dan is het een probleem wat je serieus moet nemen.
Eetstoornissen komen voor in allerlei soorten en maten (letterlijk en figuurlijk). Veel mensen zijn vooral bekend met ‘anorexia nervosa’ door de beelden van hele magere, jonge vrouwen in de media. Iemand die last heeft van anorexia is vaak erg bang om aan te komen in gewicht. Maar naast anorexia zijn er andere eetstoornissen die veel vaker voorkomen, zoals ‘boulimia nervosa’ en ‘binge eating disorder’ (BED). Het overkoepelende, belangrijkste kenmerk van een eetstoornis heeft te maken met een obsessie rondom eten en gewicht. Iemand met een eetstoornis is vaak over the top bezig met denken over eten en gewicht. Als je type 1 diabetes hebt, ben je hier sowieso al veel mee bezig omdat het ‘moet’. Niet gek dus, dat mensen daar soms in doorschieten!

Iemand die last heeft van boulimia is, net zoals bij anorexia, vaak obsessief bezig met eten en gewicht. Het grote verschil is dat iemand met boulimia regelmatig last heeft van eetbuien. Dit zijn periodes waarin een hele grote hoeveelheid voedsel in korte tijd gegeten wordt. Daar kun je je ontzettend voor schamen. Uit angst om aan te komen probeert iemand met boulimia de eetbui te compenseren, bijvoorbeeld door veel sporten, laxeermiddelen gebruiken, overgeven of te weinig eten.
Sommige mensen met type 1 diabetes en een eetstoornis gebruiken een gevaarlijke manier om te compenseren of af te vallen: minder of geen insuline spuiten. Gevolg: je lichaam neemt glucose niet op, maar je krijgt wel een extreme hyper en kunt in een levensgevaarlijke ketoacidose belanden. Het verminderen of vermijden van insuline kan voorkomen bij alle eetstoornissen. Soms wordt er ook gesproken van ‘diaboulimia’.
Een andere eetstoornis is ‘binge eating disorder’ (BED), waarbij iemand regelmatig eetbuien heeft die (in tegenstelling tot boulimia) vaak niet gecompenseerd worden. Het hebben van een eetbui is vaak een manier om om te gaan met negatieve emoties. Ook mensen met een eetbuistoornis kunnen erg veel met eten en gewicht bezig zijn. De eetbuien beïnvloeden het leven op een hele vervelende en negatieve manier.
Eetstoornis NAO (Niet Anderszins Omschreven) is een soort restcategorie die gebruikt wordt voor mensen die niet binnen de ‘hokjes’ van anorexia, boulimia of de eetbuistoornis passen, want de ‘hokjes’ zijn eigenlijk maar heel kunstmatig. Iemand heeft dan bijvoorbeeld kenmerken van verschillende eetstoornissen. Eetstoornis NAO is net zo ernstig en gevaarlijk als de andere eetstoornissen.
Merel (22) kreeg op haar negentiende de diagnose type 1 diabetes toen ze zelf de opleiding tot verpleegkundige volgde. Van de ene op de andere dag moet ze zich bezig gaan houden met dingen waar ze eerder nooit mee bezig was geweest: voedingswaarden, koolhydraten en het wegen van haar eten. Een paar maanden later lopen de dingen op meerdere gebieden mis: ze voelt zich ellendig en probeert de controle in handen te houden door haar aandacht op eten te richten. Ze wil graag afvallen en hoopt dat ze dan wat beter in haar vel zal zitten. Merel probeert minder te eten, maar krijgt regelmatig onverwachts last van hypo’s. Tijdens zo’n hypo overvalt de honger haar zo enorm dat ze er verschrikkelijke eetbuien van krijgt. Merel voelt zich hier zó rot over dat ze de dagen erna urenlang sport en nóg minder eet. Gezellige avondjes met vrienden vermijdt ze, omdat ze niet met hen wil eten. Het voelt sterk om niet te eten. Soms spuit Merel helemaal geen insuline, omdat ze bang is dat ze daar dik van wordt.

De invloed van hypo’s en hypers
Het hebben van problemen met eten kan in combinatie met type 1 diabetes extra lastig zijn. Diabetes en eten/voeding hebben veel met elkaar te maken. Lage bloedglucosewaardes kunnen ervoor zorgen dat je lijf schreeuwt om eten en dat je het gevoel hebt de controle kwijt te raken. Ook hypers kunnen ervoor zorgen dat je honger of dorst krijgt. Deze dingen hebben invloed op je eetpatroon en kunnen ervoor zorgen dat je meer eet dan je eigenlijk van plan was, waardoor je je vervelend kunt voelen over wat of hoeveel je eet.
Hoe ontstaat een eetstoornis?
Er zijn heel veel verschillende factoren die bijdragen aan het ontwikkelen van een eetstoornis. In eerste instantie gaat een eetstoornis vaak helemaal niet over eten, maar het ‘gedoe’ met eten is vaak een ongezonde manier om te dealen met andere dingen die in je leven spelen. Aan een eetstoornis ligt vaak een flinke dosis onzekerheid, perfectionisme en controledrang ten grondslag.
De andere factoren die eraan bijdragen, zijn voor iedereen anders. Er kan een erfelijke gevoeligheid zijn, het kan een manier zijn om te dealen met een nare herinnering of trauma, het kan te maken hebben met de manier waarop je ouders je opgevoed hebben en de voorbeelden die je altijd gehad hebt, maar ook type 1 diabetes kan een grote invloed hebben.
Merel is altijd al wat onzeker geweest. Bij haar thuis lag de focus altijd al veel op voeding en gewicht, omdat er veel overgewicht in haar familie voorkomt. In de tijd dat haar studie en relatie niet lekker lopen, merkt ze dat ze negatiever gaat denken over zichzelf. Eigenlijk verafschuwt ze haar lijf en hecht ze veel waarde aan haar gewicht. Al deze factoren samen, maken dat Merel het idee heeft dat afvallen en niet-eten haar gelukkiger zullen maken en dat alles dan beter zal zijn …

Wat als je problemen hebt met eten?
Je bent niet alleen. Eetproblemen komen bij type 1 diabetes echt heel vaak voor, maar het kan toch heel lastig zijn om erover te praten. Misschien is het lastig om los te laten, omdat het je ook het één en ander oplevert en je twijfelt of je het wel anders wil. Als je er last van hebt, probeer er dan toch eens over te praten met je diabetesverpleegkundige of internist. Soms kunnen zij je met wat kleine tips verder helpen of je bijvoorbeeld doorverwijzen naar een diëtist of medisch psycholoog. Ook als je nog niet zeker weet of je hulp wil, is het goed om je twijfel kenbaar te maken. Het erover hebben is een eerste stap. Natuurlijk kun je ook terecht bij de huisarts. Hij of zij kan je doorverwijzen voor hulp binnen de GGZ.
De behandeling van een eetprobleem wordt vaak gedaan binnen de medische psychologie. Gespecialiseerde behandeling van eetstoornissen wordt gedaan binnen de GGZ. Vaak is dit in eerste instantie gericht op het opbouwen van een regelmatig en gezond eetpatroon en op het aanpakken van de achterliggende gedachten. Er worden vaak technieken gebruikt uit de cognitieve gedragstherapie en exposure-technieken, waarbij je stap voor stap, met de nodige hulp en begeleiding, wordt blootgesteld aan dingen die je eng vindt.
Veel mensen met type 1 diabetes en een eetstoornis vallen helaas nog tussen wal en schip. Omdat beide aandoeningen invloed op je eetgedrag en gewicht hebben, val je als patiënt tussen de medische en psychische zorg in. Als er sprake is van ketoacidose beland je meestal in eerste instantie op de intensive care of de afdeling interne geneeskunde om fysiek aan te sterken. Een arts kan je altijd doorverwijzen naar een GGZ-instelling. Er zijn in Nederland verschillende behandelcentra voor mensen met eetstoornissen waar je ambulant of klinisch geholpen kunt worden.
Merel wordt door haar diabetesverpleegkundige aangesproken omdat zij opmerkt dat haar HbA1c plotseling erg verhoogd is, maar Merel vind het erg lastig om te praten over haar problemen. Als de verpleegkundige opmerkt hoeveel moeite Merel heeft met het wegen, vraagt ze haar hoe het met eten gaat. Dan geeft Merel toe dat ze het eigenlijk allemaal heel ingewikkeld vindt en niet zo goed weet wat ze ermee moet. De diabetesverpleegkundige stuurt Merel door naar de medische psychologie, waar ze verder geholpen wordt.
Meer lezen over diabetes en psyche? Klik hier! Op Proud2bme kun je meer info vinden over eetstoornissen en kun je praten met anderen. Accare biedt via 99gram.nl een gratis online behandeling aan bij een eetstoornis. Als je wilt praten kun je op verschillende plekken terecht, waaronder het forum ikookvanmij.nl, de Luisterlijn of Korrelatie.
Wil je kletsen met mensen die diabetes hebben en je problemen misschien herkennen? Kijk dan eens in onze Facebookgroep. Je kunt ons bovendien altijd mailen, want type 1 heb je niet alleen, maar een eetstoornis zeker ook niet!
Bronnen:
GGZ Zorgstandaard Eetstoornissen, geraadpleegd via: https://www.ggzstandaarden.nl/zorgstandaarden/eetstoornissen/introductie
Thuisarts – Eetprobleem, geraadpleegd via: https://www.thuisarts.nl/eetprobleem