Naar de inhoud springen

10 vragen over het griepvaccin

Het is herfst en dus de tijd van de griep. Mensen met diabetes krijgen een griepvaccin aangeboden, omdat griep voor hen gevaarlijk kan zijn. Veel mensen weten niet of ze het vaccin moeten halen of niet. Er is dan ook veel tegenstrijdige informatie op internet te vinden. Wat is een vaccin nu precies? En kun je er ziek van worden? Duidelijke antwoorden op 9 vragen die je helpen een goed overwogen keuze te maken.

Wat is een virus?

Om te begrijpen wat er in een vaccin zit, moeten we weten wat een virus is en hoe een virus iemand ziek maakt. Een virus is een zeer klein molecuul (vaak nog tientallen keren kleiner dan een bacterie), dat zich alleen in een gastheer kan vermenigvuldigen. Bovendien is een virus levenloos. Om die reden hebben antibiotica (anti=tegen, bio=leven) dan ook geen zin bij een virusinfectie. Een virus bevat erfelijk materiaal (RNA of DNA) dat hij in de cel van de gastheer spuit. De cel maakt dan kopieën van het virus. De nieuwe virussen besmetten vervolgens nieuwe cellen en zo verspreid en vermenigvuldigt het virus zich in de gastheer. De gastheer kan hier flink ziek van worden.

Wat is een vaccin?

Gelukkig zijn we tegenwoordig in staat om het lichaam klaar te stomen voor een eventuele aanval van (in dit geval) het influenza virus. Dat gebeurt door een vaccin (vaccinia=koeienpokken, verwijst naar de methode uit de 18e eeuw waarin immunisatie voor de pokken werd ontdekt) in het lichaam te spuiten. Dit vaccin bevat het influenza virus, maar in een onklaar gemaakte vorm. Het virus is in stukjes geknipt en het erfelijk materiaal is verwijderd. Verder bevat het vaccin water om het virus in op te lossen en er kan een zeer kleine hoeveelheid antibiotica in zitten. Deze antibiotica dient er voor dat bacteriën het mengsel niet kunnen vervuilen. Nadat het vaccin gemaakt is, wordt het grondig gespoeld en blijft er nagenoeg geen antibiotica achter. Het kleine beetje dat eventueel achterblijft is niet schadelijk.

Welke ingrediënten bevat een vaccin?

De belangrijkste bestanddelen zijn de actieve ingrediënten (antigenen). Dat zijn (onderdelen van) een virus of bacterie. Daarnaast bevat een vaccin ingrediënten die de afweerreactie van het immuunsysteem versterken en/of verlengen, het vaccin lang goed houden en de groei van andere bacteriën tegengaat. Voorbeelden hiervan zijn: eiwitten, suikers, gelatine, water en aluminiumzouten. Deze laatste worden toegevoegd om de afweerreactie van het lichaam te boosten en komen van nature voor in ons drinkwater.

Ik hoor vaak over ingrediënten als kwik, antibiotica en formaldehyde. Zit dat er in?

Ja en nee. Zowel kwik (thiomersal), antibiotica (neomycine) als formaldehyde kunnen in vaccins gebruikt worden*. Het gaat om zogenaamde reststoffen:

  • Kwik bestaat in verschillende chemische vormen. De vorm die in sommige vaccins wordt gebruikt (ethylkwik) wordt snel door het lichaam afgebroken en is onschadelijk. Het wordt gebruikt om vaccins langer houdbaar te maken. Aangezien het griepvaccin maar één dosis bevat, wordt kwik niet (meer) in het Nederlandse griepvaccin gebruikt.
  • Antibiotica (neomycine) wordt in heel kleine hoeveelheden toegevoegd tijdens het vervaardigen van het vaccin, om bacteriegroei te voorkomen. Als het vaccin klaar is, wordt het gewassen en ontdaan van alle eventueel achtergebleven antibiotica.
  • Formaldehyde wordt gebruikt om virusdeeltjes kapot te maken. Gevaarlijk is dit niet. Ons eigen lichaam maakt hier namelijk dagelijks zelf grotere hoeveelheden van aan.

*Lees hier meer over de stoffen in vaccins.

Bevat een vaccin altijd virusdeeltjes?

Het griepvaccin wel. Dit is namelijk een beproefde manier, waarvan we weten dat deze effectief werkt.
Voor andere virussen – het coronavirus bijvoorbeeld – worden ook andere opties onderzocht:

  • Alleen (een deel van) de erfelijke code van het virus wordt gebruikt en in een onschuldig virus ingebouwd (RNA-vaccin) en ingebracht.
  • Alleen een eiwit van het virus wordt direct ingebracht (eiwit-vaccin)

Hoewel deze vaccins veiliger lijken, is de werking nog niet bewezen.

Hoe werkt een vaccin?

Ondanks dat het virus kapot is, herkent het lichaam het meteen als influenza en zal hier antilichamen tegen aanmaken. Het immuunsysteem wordt dus flink aan het werk gezet om je te beschermen. Wanneer je nu met het echte virus in aanraking komt, kan je lichaam deze aanval meteen effectief afslaan.

Kan ik ziek worden van een vaccin?

Nee, je kunt niet ziek worden van het vaccin, simpelweg omdat het virus je niet ziek kan maken, aangezien het inactief gemaakt is. Het komt inderdaad wel voor dat je je in de dagen na toediening van het vaccin niet zo lekker kunt voelen (spierpijn, lichte verhoging en pijnlijke arm), maar dat komt omdat je immuunsysteem sterk actief is, omdat het denkt dat je aangevallen wordt.

Hoe lang duurt het voor een vaccin werkt?

Dit is een heel belangrijk punt! Het duurt ongeveer twee weken voordat het lichaam volledig beschermd is (oftewel, genoeg antistoffen heeft aangemaakt). Het kan dus zomaar zijn dat je vóór die twee weken, maar na toediening van het vaccin al in aanraking komt met het echte influenza virus en je dus daadwerkelijk ziek wordt. Hierdoor ontstond dan ook de mythe dat je ziek zou kunnen worden van een vaccin. Een fabel dus! (N.B. Word je in deze periode besmet met het influenza virus, dan zal het ziekteproces wel minder ernstig verlopen).

Waarom moeten we elk jaar een nieuw vaccin halen?

Ons lichaam heeft vele bijzondere gaven. Zo heeft ons immuunsysteem afweercellen die we Memory T-cells noemen, geheugencellen dus. Deze cellen onthouden hoe het influenzavirus eruit ziet, zodat er meteen na een besmetting (tot ongeveer een jaar) actie wordt ondernomen en het virus snel en effectief wordt opgeruimd. Zoals al het leven op aarde zijn ook virussen onderhevig aan veranderingen. Door mutaties in het erfelijk materiaal kunnen ze hele andere eigenschappen krijgen, waardoor het (gevaccineerde) immuunsysteem deze niet meer herkent. Mutaties ontstaan bij virussen sneller dan bij bijvoorbeeld mensen, omdat ze zich veel sneller vermenigvuldigen. Elk jaar is er dus een nieuw vaccin nodig.

Hoe kan het dat ik toch griep krijg ondanks de griepprik?

Het influenzavirus kent drie types (A,B en C) en binnen die drie groepen zijn er ontzettend veel subtypes en varianten van het virus. Elk jaar wordt een voorspelling gemaakt van welke varianten dit jaar waarschijnlijk het meest voor gaan komen. Tegen deze varianten wordt dan ingeënt. Toch kloppen voorspellingen niet altijd, waardoor het kan zijn dat een andere variant van het virus gaat heersen. Op die manier kunnen er ondanks de vaccinatie toch griepepidemieën ontstaan.

Hopelijk helpt deze informatie je bij het maken van de keuze: haal ik wel of geen vaccin.