Vandaag is een hele mooie dag

Precies vijf jaar geleden fietste ik over een uitgestorven landweggetje toen ik ‘dat ene telefoontje’ kreeg. Het was de huisarts met de mededeling dat ik direct naar het ziekenhuis moest komen. Amper een uur later wist ik het zeker. Die liters water, alle spierkrampen, de eindeloze honger, de vermagering, het gebrek aan conditie, de tintelingen in mijn handen en tenen … het was type 1 diabetes.
Hoewel die diagnose een boel verklaarde was er óók ongeloof. Want hoe kon dat nu? Hoe kon ik met mijn 17 gezonde lentes nu ineens afhankelijk zijn van minstens 4 dagelijkse injecties om te overleven? Hoe kon ik van de ene op de andere dag 8x per dag moeten vingerprikken? Hoe kon het dat een minuscuul hoopje cellen er ineens mee besloot te stoppen? Waarom? Het is wat jong en naïef, maar ik had er nooit over nagedacht dat zoiets mij ook zou kunnen treffen, althans niet op mijn zeventiende. En eigenlijk geloof ik het soms nog steeds niet.
Terwijl ik dit schrijf staar ik naar het scherm van mijn telefoon, waarop ik mijn bloedglucosewaarde zie: 14,0 mmol/L. Ik slurp van mijn suikervrije perenranja en kijk nog eens naar die waarde. Hoewel ik dondersgoed weet dat ik diabetes heb, drukken de hypers me altijd met mijn neus op de feiten: die eilandjes doen het écht niet. Ze konden blijkbaar niet eens een paar volkerenwraps met groenten en kruiden aan. Zelfs niet met de hulp van kunstmatige insulinedruppels.
De vanzelfsprekendheid van het leven heb ik precies vijf jaar geleden achtergelaten in een kantoortje met een verpleegkundige. Het eten van een maaltijd, een rondje rennen, haasten naar de bus … met type 1 diabetes is elke handeling een klein experiment dat zorgvuldige planning en denkwerk vereist. Ik stond er nooit bij stil hoe fijn het is als je lijf zichzelf kan regelen. Hoe fijn het is als je lijf geen naaldenkussen is. Hoe fijn het is om niet te weten hoe een ellendig diepe hypo midden in de supermarkt voelt. Soms probeer ik daarom heel bewust om stil te staan bij alles wat het wél doet. Ik kan enorm genieten van het inademen van frisse lucht op de fiets. Het scherp zien van alle afzonderlijke blaadjes aan een boom. Vogeltjes horen fluiten. Je hart voelen kloppen. Het gevoel dat je lichaam werkt is echt een heel fijn gevoel, zelfs als het alleen werkt met behulp van medicijnen en naalden.
Vandaag is het precies vijf jaar geleden dat ik mijn diagnose kreeg. Vandaag sta ik erbij stil dat ziek worden elke dag kan. Voor mij, maar ook voor de mensen om me heen. Dat complicaties krijgen ook elke dag kan. Dood gaan trouwens ook. Vandaag eet ik een taartje om het leven te vieren. Vandaag drink ik wijntjes met mijn twee allerbeste maatjes (die ook kapotte eilandjes hebben). Vandaag is een hele mooie dag. En morgen zien we dan wel weer.