ATTD 2021: De wedloop om een technische genezing

Van 2 tot en met 5 juni mocht ik, als onderdeel van mijn onderzoeksstage, de ATTD bijwonen: een jaarlijks georganiseerde diabetesconferentie. In verband met COVID was alles (surprise surprise) online. ATTD staat voor ‘Advanced Technologies & Treatments for Diabetes’.
De ATTD is een meerdaags evenement met talloze presentaties over diabetestechnologie en -behandeling. Het doel van het evenement is het stimuleren van ontwikkeling op het gebied van diabetes, om daarmee de levens van mensen met diabetes te verbeteren. In andere woorden: de allernieuwste snufjes en bevindingen in diabetesland worden hier gepresenteerd. In principe was dit evenement ooit bedoeld voor internisten. Nu zijn er echter ook steeds meer verpleegkundigen en daarnaast ook mensen met diabetes aanwezig, die o.a. op Twitter verslag doen van alles wat er gebeurt. Waaronder ik! De presentaties worden (deels live, deels on-demand) gegeven door 100+ sprekers van over de hele wereld. Die sprekers zijn voornamelijk diabetesonderzoekers die hun (soms voorlopige) resultaten presenteren. De ATTD vormt deels ook de ‘primeur’ van nooit eerder vertoonde onderzoeksresultaten. In bepaalde gevallen zijn de resultaten nog niet eens gepubliceerd, how exciting!
Naast presentaties van onderzoekers zijn er ook presentaties van de industrie: denk aan woordvoerders van Dexcom, Insulet, Medtronic. Sommige presentaties zijn volgens het principe ‘sit back and watch’, bij anderen is er na afloop ruimte voor discussie of vragen. Het viel me al meteen op hoe verschillend de Industry Sessions waren in vergelijking tot de andere presentaties: ook diabetesbedrijven zijn natuurlijk bedrijven, die hun product op een zo voordelig mogelijke manier willen presenteren. Altijd goed om in je achterhoofd te houden, wanneer je naar zo’n presentatie kijkt. Ook viel me op dat sprekers vaak aan het begin van hun presentatie aangaven sponsoring te hebben ontvangen van dergelijke bedrijven. Zo’n slide werd vaak binnen enkele seconden snel weer weggeklikt. Als een onderzoek gesponsord is door een bedrijf, kun je je afvragen in hoeverre de resultaten daardoor gekleurd zijn. Anderzijds waren er ook onderzoekers die heel netjes aangaven: ‘I have nothing to disclose’.
Wat er voor mij persoonlijk het allermeest uitsprong, waren de presentaties gericht op DIY Closed Loop. Er was duidelijk een bijzondere positie weggelegd voor deze systemen: ze stonden best wel in de spotlight. Zo was er een presentatie waarbij de basaaltoediening van de Medtronic 670g vergeleken werd met die van AAPS. Daarbij was duidelijk zichtbaar hoe AAPS een stuk agressiever was in het toedienen van basale insuline. Logisch, als je bedenkt dat de commerciële systemen aan veel meer regeltjes en veiligheidseisen gebonden zijn. Ook was er een studie die keek naar de visie van zorgverleners op DIY systemen. Er bleek behoorlijk veel variatie in te zitten: enkele zorgverleners ondersteunen actief, maar over het algemeen bleek dat zorgverleners neutraal tegenover het onderwerp staan en zelfgebouwde systemen niet zelf ter sprake brengen. Weer een andere presentatie liet zien dat mensen die een Closed Loop systeem overwegen, zich gedurende de oriëntatie het meeste zorgen maken om de reactie van hun zorgverlener; dat deze negatief zou reageren of het gebruik ervan niet zou kunnen ondersteunen. Er heerst dus veel angst en onzekerheid, zowel aan de kant van de ‘DIY overwegers’ als die van de zorgverleners. Zonde, als je het mij vraagt is hier nog veel te winnen.
Ook wat betreft de commerciële systemen is er veel gaande. In mijn ogen is dit dé manier om de fantastische voordelen van Closed Loop-technologie ook bij het bredere type 1-publiek terecht te laten komen. Er ontstaat een soort wedloop: er komen steeds meer (hybride) Closed Loopsystemen – met en zonder zelflerende algoritmes, met en zonder duale hormoontoediening zoals de Kunstalvleesklier van Koops – op de markt. Al deze systemen zijn in essentie gebaseerd op de DIY systemen. Gaaf om te zien hoe dit zich ontwikkelt. Met de wens om de ‘loop’ te sluiten, komt een technische genezing steeds dichterbij, ook vanuit de commercie. Voorbeelden hiervan zijn nieuwe pompsystemen zoals de Omnipod 5, Diabeloop en de Medtroinc 780g die allemaal communiceren met CGMs. Die CGMs worden trouwens ook steeds geavanceerder: de Dexcom G7, Guardian 4 en hernieuwde Eversense zijn nog even toekomstmuziek, maar zijn in ieder geval veelbelovend. Hetzelfde geldt voor het gebruik van Artificial Intelligence: hiermee kunnen de algoritmes van gesloten systemen geoptimaliseerd worden. Technologie kan ook op andere manieren ingezet worden: informatie zoals hartritmevariabiliteit kan gebruikt worden om te voorspellen of mensen hypo’s gaan krijgen en aangepaste auto’s kunnen mensen met diabetes op tijd waarschuwen om zo de verkeersveiligheid te waarborgen. Daarnaast lijkt het erop dat diabetestechnologie ook voor type 2 makkelijker beschikbaar gaat worden. CGMs kunnen daarnaast ook nog diagnostisch ingezet worden: om (pre)diabetes vroegtijdig vast te kunnen stellen. De overheersende boodschap is dus: Technology is the way to go!
Ik, en met mij veel anderen met type 1, hebben al veel langer duidelijk voor ogen dat technologie op dit moment de (best mogelijke) oplossing is. Wij weten: CGMs zijn beter dan FGMs, en je hebt er het allermeest aan wanneer zo’n CGM communiceert met een pomp. Je systeem kan zo een deel van de mentale diabeteslast van je overnemen, wat niet alleen positieve effecten heeft op glucosewaarden maar vooral ook op de kwaliteit van leven – zowel op de korte als op de lange termijn. De wetenschap ziet dat nu duidelijk ook in. Ik verwacht dat de onderzoeksresultaten die op de ATTD gepresenteerd zijn, zullen werken als een katalysator om de technologische vooruitgang nóg verder aan te drijven, zodat we steeds een stapje verder komen op de weg naar een technische genezing voor type 1 diabetes.
Tot slot wil ik nog iets aankaarten. Heel vaak werd bij de onderzoeksresultaten benoemd dat de deelnemers voorafgaand aan het onderzoek al ‘relatief goed ingesteld waren’. Dat vind ik opvallend: niet alleen zijn de onderzoekssamples dus veelal niet representatief voor de variatie aan glucoseresultaten in de populatie, maar bij de ATTD was sowieso relatief weinig aandacht voor de nadelen van technologie en/of voor minderheidsgroepen met diabetes. Het linkt aan een ander geluid dat ik steeds vaker op hoor gaan in de community: een roep om persoonsgerichte diabeteszorg. Er moet veel meer aandacht komen voor individuele verschillen en behoeften. Wat mij betreft mag hier volgend jaar nog (veel) meer aandacht aan besteed worden. Op naar ATTD 2022, hopelijk kan het dan wél gewoon fysiek!