Naar de inhoud springen

Coassistent Marloes

Ze stelde zich voor. Marloes, coassistent. Dat betekende dat ze aan het leren was om dokter te worden. Of ze even met me mocht praten om te leren hoe het is om ziek te zijn. Omdat ze de eerste persoon was die zich netjes voorstelde én vroeg of ze mocht doen wat ze kwam doen knikte ik ja. Ik werd een beetje moe van al die zorgverleners en keek ze het liefst niet aan als ze weer iets van me moesten, maar met Marloes was dat anders. Ze was jonger. Vriendelijker. Toegankelijker. Dus mocht ze bij me zitten en meekijken naar House MD. 

Door haar afwachtende houding begon ik te praten. Dat ik het toch wel gek vond om opeens diabetes te hebben. Dat er vanmiddag allemaal vriendinnen op bezoek zouden komen en ik dat naast heel leuk ook heel spannend vond. Ik had ze sinds het schoolreisje waar ik heel ziek werd niet meer gezien. Ze praatte terug. Vertelde over haar beste vriendin, die ook diabetes had. En hoe dat voor haar was. Hoe ze op de middelbare school haar bloedsuiker had laten meten door die vriendin, maar vieze handen had en die meter dus 20 aangaf. Maar ook vooral dat diabetes die vriendin niet minder leuk maakte en dat die vriendin ook nog alles deed wat ze leuk vond om te doen. En dat was precies de boodschap die ik nodig had, die ik van al die écht volwassen zorgverleners niet aannam. 

De laatste tijd denk ik regelmatig terug aan coassistent Marloes. Omdat ze me de hoop en geruststelling gaf op het moment dat niemand anders tot me kon door kon dringen. Omdat patiënt Sanne acht jaar later als coassistent Sanne door het leven gaat. Coassistent Marloes zal inmiddels dokter Marloes zijn, en ik hoop dat ze nog net zo’n goede zorgverlener is als ze toen was. Want die nabijheid, die mate van aanvoelen wat iemand nodig heeft, dat maakt iemand een goede zorgverlener. Dat kan het verschil maken.